Achtergrond

And the winner is…

Ze zijn er bijna vanaf, de kandidaten die in de finale staan. Vanaf december hebben enthousiaste studenten hun meest favoriete docent naar de finale gestemd. Die vindt plaats op 12 maart in theater Kikker. Een vooruitblik op het minicollege, waarmee de vier de jury en het publiek gaan overtuigen van hun talent.

Ad ‘ik blijf mezelf’ Franzen, docent statistiek bij communicatiemanagement:

Onderwerp
‘Na, mijn mini-hoorcollege statistiek hoop ik dat mensen meer voor het vak voelen en de mogelijkheden ervan begrijpen. Het kan je helpen met logisch nadenken. Zie het als een puzzel en de uitdaging ligt in het oplossen.’

Middelen
‘Mag ik mijn krijtbord meenemen? Dat hoort namelijk bij mijn stijl van lesgeven. Dan kan ik opgaven uitwerken op het bord. Met powerpoint heb ik niets dus dat ga ik tijdens mijn mini-hoorcollege niet gebruiken. Vier keer per jaar geef ik les aan de hand van een powerpointpresentatie – geërfd van mijn collega – en ik kan je vertellen dat dat niet mijn beste lessen zijn.’

Stijl
‘Tijdens de finale zal ik proberen het publiek bij mijn college te betrekken. Dat doe ik in mijn statistieklessen ook zo veel mogelijk. Ik werk vooral met voorbeelden dichtbij de leefwereld van studenten; geen berekeningen over bedrijf A en B, maar opgaven over mobiel telefoneren.
Interactie is belangrijk. Het liefst spreek ik studenten bij de naam aan. Dat maakt het persoonlijker. Het is tijdens de finale onmogelijk om binnen tien minuten tijd alle namen van de mensen uit de zaal te kennen. Ik hoop dat de juryleden naambordjes hebben. Dan zullen zij de meeste vragen moeten beantwoorden.’

Concurrentie
‘Hoe ik de tegenstander ga uitschakelen? Daar ben ik niet mee bezig. Het zou me afleiden als ik me bezig zou houden met mijn ‘concurrentie.’ Ik blijf mezelf. Maar, heel eerlijk, het lijkt me gek als ik zou winnen met het college. Mijn kracht ligt juist bij het opbouwen van mijn vak in een periode van zeven weken. Ik kan het niet in tien minuten.’

Collegeblok mee?
‘Dat laat ik aan het publiek zelf over.’

Voorbereidend huiswerk?
‘Nee, er hoeft niets voorbereid te worden. Mijn studenten hebben meestal geen voorkennis tijdens de eerste les. Ik probeer het voor iedereen toegankelijk te houden.’

Robert-Jan ‘krijtstreep’ Veldman, docent moleculaire biologie bij Life Sciences

Onderwerp
‘Ik houd een lekenpraatje over gentherapie. Dat is een mooi verhaal. Iedereen heeft er wel iets over gehoord, maar niemand weet precies wat je ermee kunt. De therapie biedt veel hoop, maar kan ook gevaarlijk zijn. Ik ga in vijf minuten alle aanwezigen daar iets over leren.’

Stijl
‘Ik streef naar zoveel mogelijke interactie. Dus ik stel af en toe een vraag, of ik pak een voorbeeld uit de actualiteit en laat de studenten daarop reageren. In de wetenschapsbijlage van het NRC staan vaak interessante onderwerpen, zoals stamcelonderzoek.
Mijn colleges zijn eigenlijk gesprekken, tussen mij en maximaal vijftig studenten. Tijdens de finale zal dat anders moeten. Daar beperk ik mezelf tot drie powerpoint-slides om het verhaal voor een algemeen publiek wel aantrekkelijk te houden.’

Middelen
‘Ik gebruik altijd een powerpoint in mijn lessen, mijn studenten zeggen dat mijn kracht zit in het gebruik van overzichtelijke dia’s. Volgens mij komt dat doordat ik hem eigenlijk alleen benut als leidraad bij mijn verhaal met af en toe een plaatje om het verhaal te verduidelijken. Verder teken ik altijd nog met krijt op een ouderwets schoolbord en ik heb pas echt een goed gevoel over het college als ik van top tot teen onder vele kleuren krijt zit. Mijn studenten weten dat en grinniken al als ik weer als een dolle over het bord ga.’

Concurrentie
‘Volgens mijn collega’s heb ik het meeste te duchten van Mark Pertijs, maar dat is gebaseerd op een foto. Ze zeggen dat hij enorm gemotiveerd overkomt. Mijn vriendin zegt dat Ad Franzen de meeste kans maakt. Zelf ga ik van mijn eigen kracht uit. Ik maak een powerpoint van drie pagina’s, ik teken wat op het bord en vraag iets aan de zaal. Dan moet het wel lukken.’

Collegeblok mee?
‘Nee hoor, gewoon achterover zitten en genieten.’

Voorbereidend huiswerk?
‘Nee, het moet een leuke middag worden. Ik wil de aanwezigen enthousiast maken en ze laten zien hoe mooi dit vak is.’

Mark ‘man met missie’ Pertijs, docent stottertherapie bij logopedie

Onderwerp
‘In het college dat ik in theater Kikker geef, vraag ik aandacht voor stotterende mensen. En vooral studenten van de HU, want die moeten onbelemmerd kunnen studeren en communiceren. Dat is beleid van de HU. Ik heb docenten en studenten gevraagd naar hun ervaring met stotteren en ik presenteer de uitkomsten van deze enquête.’

Stijl
‘Ik hanteer een vrij strikte stijl. Mijn les begint nooit voordat iedereen stil is en als het te druk is, onderbreek ik. Ik ga niet roepen dat iedereen stil moet zijn, ik sta voor de groep en hou mijn mond, soms wel vijf minuten tot het helemaal stil is. Het mooie is dan dat studenten elkaar gaan aanspreken op hun gedrag. En degene die het langst blijft praten, kijk ik langdurig aan. Die laat het de volgende keer wel uit zijn hoofd om te praten. Verder zorg ik ervoor dat ik alle namen ken van de studenten, dan kan ik ze aanspreken. En ik stel vragen.’

Middelen
‘Ik gebruik gevarieerd materiaal: een strakke powerpoint, een video die speciaal voor het onderwijs is gemaakt. Soms laat ik een filmpje zien uit mijn eigen praktijk en daarnaast ben ik zelf een demonstratiemiddel. Het is mijn eer te na om een microfoon te gebruiken in de collegezaal. Op een logopedieopleiding moet mijn stem genoeg zijn.’

Concurrentie
‘Daar hou ik me niet mee bezig. Ik doe nu mee met de finale, omdat ik een man met een missie ben, volgens Else de Haan. Ik wil een lans breken voor de stotterende mens, maar ook aandacht vragen voor onze opleiding. We maken het onderwijs samen. De collega’s zijn enthousiast, we hebben alumni benaderd, buitenlandse studenten en de PR van de opleiding heeft ook voor bekendheid gezorgd. We willen binnen de HU aandacht voor de stotterende student en dat is de reden dat we zoveel doen voor de finale.’

Collegeblok mee?
‘Nee, lekker zitten en huiveren.’

Voorbereidend huiswerk?
‘Welnee. Ik hoop dat iedereen blanco daar gaat zitten. Het is voor allen te volgen. Ik geef mensen na afloop nog wel een uitdaging mee, maar meer daarover in het college op 12 maart. Ik heb de organisatie nog wel wat extra tijd gevraagd, vanwege het stotteren, maar daar konden ze niet aan beginnen.’

Else ‘wees bewust van je stem’ de Haan, docent stem bij logopedie

Onderwerp
‘Het college in de finale zal gaan over de stem zoals we hem gebruiken. Hoe wordt die stem gevormd? Welke problemen kun je aan je stembanden hebben? Hoe kan iemand waarvan het strottenhoofd (waarin de stembanden zitten) is verwijderd toch spreken? Iedereen heeft een stem, iedereen maakt er gebruik van, maar niemand is er zich heel erg van bewust. Daar ga ik met het college enige verandering in brengen.’

Stijl
‘In hoorcolleges ben ik vaak nog op zoek naar de vorm. Enkele jaren geleden propte ik mijn powerpoint nog vol met tekst, nu gebruik ik hem echt alleen als leidraad. En studenten ervaren dat ook als prettig. Verder gebruik ik mezelf als voorbeeld. Ik laat horen hoe een probleem aan het stemapparaat klinkt. En dan zonder dat het lijkt alsof ik typetjes doen, want ik maak geen cabaret. Soms wordt er gelachen, maar het gaat hier wel om mensen met een ziektebeeld. Daar moet serieus mee omgegaan worden.’

Middelen
‘Ik gebruik dus een powerpointpresentatie, maar of ik die in het mini-college ga benutten, weet ik nog niet. Ik kan met alleen mijn stem al veel duidelijk maken en ik denk dat ik daarop kan vertrouwen.’

Concurrentie
‘Ik ken alleen Mark natuurlijk, de andere finalisten heb ik nog niet eens bekeken. Daar ben ik ook niet mee bezig. Ik sta daar niet om te bewijzen dat het terecht is dat ik een van de laatste vier ben. Ik wil een beeld geven van wat de opleiding inhoudt, welk vak logopedisten beoefenen en hoe leuk het is om les te geven. Als ik dat kan overbrengen, is mijn dag geslaagd.’

Collegeblok mee?
‘Nee, dat lijkt me niet nodig. Gewoon genieten van de ervaring!’

Voorbereidend huiswerk?
‘Denk alvast even na over je stem. Over hoe je hem gebruikt, of je veel varieert in toonhoogte, of volume. En kijk eens naar nieuwslezers, hoe zetten zij hun stem in om hun boodschap beter over te brengen?’