Achtergrond

Setje: Geleidelijk

Lindsy van der Lee (18, tweedejaars pedagogiek) en Dirk van Son (22, brandweer preventie) ontmoetten elkaar op een tentfeest in Drunen. Ze zijn inmiddels 2,5 jaar een setje.

Ontmoeting
Zij: ‘Dat was tijdens een tentfeest in het dorp. Een vriendin van mij had net een nieuwe vriend. Die vriend stelde mij weer voor aan Dirk. Dat was gezellig. Die avond bracht hij me naar huis en wisselden we telefoonnummers uit.’
Hij: ‘Dat was in Drunen. Een vriendin van haar ging met een vriend van mij. Lindsy en ik werden aan elkaar voorgesteld en zo is het balletje gaan rollen.’

Vonk?
Zij: ‘Heel geleidelijk. Ik weet niet meer wanneer die precies kwam, maar we houden altijd 17 september als begindatum aan; de dag dat we voor het eerst gezoend hebben.’
Hij: ‘Wanneer we echt officieel wat kregen, weet ik niet. Na weken afspraakjes besloten we: nu gaan we samen verder.’

Slechtste eigenschap?
Zij: ‘Hij is heel gemakkelijk en mag wel eens wat meer initiatief tonen.’
Hij: ‘Ze is eigenwijs en geeft niet toe.‘

Ruzie?
Zij: ‘Als ik vind dat iets beter moet, hebben we wel eens ruzie.’
Hij: ‘Meestal gaat het erover dat ik geen initiatief neem en lui ben.’

Beste eigenschap?
Zij: ‘Tja, hij is dus erg makkelijk en relativeert daarom goed. Dat is prettig want ik ben nogal een controlfreak.’
Hij: ‘Lindsy is meelevend en lief voor kinderen. Dat vind ik leuk.’

Mooiste?
Zij: ‘Hoe hij is. Dan lig ik tegen hem aan en denk ik: wat fijn dat je er bent.’
Hij: ‘Ik moet soms zo om haar lachen. Ze is vaak onbedoeld grappig. Heel schattig.’

Vrienden?
Zij: ‘Hij heeft leuke vrienden van de carnavalsvereniging, maar we doen meestal dingen apart.’
Hij: ‘De meeste vriendinnen kent Lindsy van haar opleiding in Utrecht. Die zie ik niet zo vaak. Ik heb hier een carnavalsgroep met vrienden. Daar ga ik meestal apart mee op stap.’

Bijnamen?
Zij: ‘Hij noemt me meestal gewoon ‘Lins’, ik hem ‘Mien’. Die naam heb ik zelf niet bedacht hoor. Hij is namelijk de jongste thuis en iedereen daar noemde hem vroeger altijd Mini. Nu is ie, uiteraard nog steeds de jongste, maar ook de grootste en gaat die naam niet meer op. Dus is het Mien geworden.’
Hij: ‘Wanneer ik niet naar ‘Dirk’ luister, roept ze ‘Mien’. Zo noemen ze me ook altijd thuis.’

Favoriete standje?
Zij: ‘Ik weet niet echt hoe ik hier op moet antwoorden.’
Hij: ‘Oee…Die hebben we niet echt. Van alles, eigenlijk.’

Toekomst?
Zij: ‘Ik wil eerst mijn opleiding afmaken. Daarna misschien reizen, daarna samenwonen. En ik wil graag zes kinderen. ‘
Hij: ‘Het ligt aan de situatie, waar we bijvoorbeeld zullen samenwonen. Ik ben net hier bij de brandweer begonnen dus blijf hier nog een tijdje. Ach, aan de andere kant, zien we het tegen die tijd wel. We leven op dit moment en zijn nu samen. Dat is het belangrijkste.’

Ken of ben je een leuk (werk) setje? Stuur dan een mailtje naar jasmijn.masius@hu.nl