Op de startbijeenkomst van de neurodiversiteitsbeweging, georganiseerd door het Netwerk USP Inclusief, is de onderlinge herkenning groot. Van de hoogleraar Psychiatrie tot de docent met dyslexie, ze zijn het eens over de mogelijkheden.
Een voor een druppelen op woensdag 16 oktober de bezoekers binnen in de collegezaal van het Victor J. Koningsbergergebouw. Uiteindelijk is de zaal gevuld met ruim zeventig mensen. Online volgen nog eens vijftig mensen de bijeenkomst.
Veel verschillende mensen zijn aanwezig; medewerkers, studenten en leidinggevenden. Hoogleraar psychiatrie Jim van Os en promovendus Jan van Rijswijk spreken over hoe neurodiversiteit, zoals ADHD of autisme, op de werkvloer speelt. Maar ook over de manieren waarop teams hiervan kunnen profiteren. In een panelgesprek proberen ze samen met het publiek te bespreken wat nodig is om een inclusieve werkplek te creëren.
Wat speelt er op de werkvloer?
Van Os benadrukt in zijn interactieve presentatie. dat neurodiverse teamleden vaak tegen problemen aanlopen op de werkvloer. ‘Botsingen horen er soms bij,’ zegt hij, ‘maar als je open het gesprek aangaat, kan er veel verbeterd worden.’
Vanuit de zaal delen mensen verhalen. Over hoe ze zich niet gehoord voelen door collega’s of leidinggevenden. Zo krijgen ze te horen: ‘We kunnen toch niet met iedereen rekening houden?’ Veel aanwezigen herkennen het, ze hebben soortgelijke ervaringen.
De kracht van neurodiverse teams
Dan is het de beurt aan Jan van Rijswijk, die onderzoek deed naar neurodiversiteit in teams . Hij vertelt de zaal over de verschillende soorten neurodiversiteit. Ook benadrukt hij het belang van het herkennen en het benutten van de unieke kwaliteiten van neurodiverse mensen. ‘Onzichtbare diversiteit – zoals ADHD of autisme – wordt vaak over het hoofd gezien,’ zegt Jan. Uit onderzoek blijkt dat 18 tot 23 procent van de beroepsbevolking neurodivergent is. Velen daarvan hebben nog geen diagnose.
Hij legt uit hoe teams juist kunnen profiteren van neurodiverse leden op het gebied van creativiteit en probleemoplossend vermogen, al gaan relaties tussen teamleden soms moeizaam. Zijn boodschap is duidelijk: ‘We moeten het conflict over de inhoud omarmen, want dat leidt tot groei.’
Een inclusieve werkplek creëren
Tijdens het panelgesprek, waarbij het publiek vragen kan stellen, wordt duidelijk dat neurodiverse mensen vaak niet de psychologische veiligheid ervaren die ze nodig hebben. Jim van Os benadrukt dat de maatschappij nog te veel vasthoudt aan de gedachte dat succes een persoonlijke keuze is, in plaats van te erkennen dat sommige mensen kwetsbaar zijn en ondersteuning nodig hebben om te floreren.
‘We moeten ons bewust worden van de diversiteit aan breinen en die zichtbaar maken en het veranderen van taal en cultuur is daarbij cruciaal. Mensen hebben in de jaren tachtig ooit besloten dat het stoornissen zijn omdat het medisch is. Maar misschien moet ons taalgebruik daarover veranderen als we de cultuurverandering willen doorzetten. Die “stoornissen” zijn eigenlijk samenstellingen van gevoeligheden en talenten’ zegt Jim.
Dan mag het publiek met elkaar in gesprek over hoe hun eigen team kan profiteren van neurodiversiteit. Er klinken weer geluiden van herkenning en ideeën worden geopperd. Deze suggesties schrijven ze vervolgens op briefjes, de organisatoren verzamelen ze voor toekomstige initiatieven. Ook kunnen de bezoekers napraten bij een verzorgde lunch.
Docent met dyslexie
Bij die lunch vertelt Robert-Jan Hindelopen, docent ICT op de Hogeschool Utrecht, over zijn eigen ervaringen. Toen hij als docent kwam werken, ervaarde hij een beklemmend gevoel. Tijdens zijn eigen studietijd had hij soms veel moeite met het lineaire en talige onderwijs, iets dat hij nu ook weer merkte. Hij liep vast bij het dwingen van studenten om veel rapporten te schrijven, terwijl dat ook anders kan. Nadat hij bij zichzelf de diagnose dyslexie liet vaststellen, werd de worsteling ineens duidelijk voor hem. Nu wil hij zich inzetten om het onderwijs inclusief te maken voor neurodiverse mensen.
Hij is het neurodiversiteitnetwerk op de HU begonnen. Waarbij ze neurodiversiteit onder de aandacht willen brengen van zowel medewerkers van de HU als studenten van de HU. Hier kunnen mensen samen praten over het onderwerp en samen met onderzoekers aan nieuwe initiatieven werken.
Netwerk USP Inclusief
Organisator en netwerkleider van het netwerk USP Inclusief Henny van der Neut werkt zelf aan de HU. Ze vertelt dat de bijeenkomst werd georganiseerd door het groeiende aantal vragen over neurodiversiteit binnen Hogeschool Utrecht, UMC Utrecht en Universiteit Utrecht. Door deze gezamenlijke bijeenkomst hoopt de organisatie dat deelnemers van verschillende instellingen van elkaar kunnen leren. Henny: ‘Neurodiversiteit moeten we niet als een probleem zien, maar juist als een bron van innovatie en creativiteit.’