Nieuws

Hogeschoolraad en college nog steeds oneens: wel of geen bindend studieadvies tweedejaars?

Archieffoto Kees Rutten

Er is nog geen besluit over wat te doen met het bindend studieadvies (BSA) bij huidige tweedejaars. Het college van bestuur blijft bij het voorstel om het BSA aan het eind van dit studiejaar voor die groep te handhaven. De Hogeschoolraad (HSR) volhardt in een ‘generaal pardon’ voor hen.

Dat werd duidelijk bij de gezamenlijke vergadering van het college en de HSR woensdag 27 januari. Wel kwam de HSR met de suggestie om na een half jaar een extra gesprek met de studenten te voeren over de studievoortgang. Die zou bovenop het onderhoud aan het eind van het jaar komen. Behalve de studieloopbaanbegeleider kan dan ook een lid van de examencommissie aanschuiven.

De tegengestelde meningen hierover kwamen eerder naar voren op een vergadering van de HSR met het college. Het college vindt één keer een opgeschort bindend studieadvies voor deze studenten voldoende. Zij moeten minimaal 50 studiepunten uit de propedeuse binnen hebben om te mogen blijven studeren, vindt het college. Overigens krijgen de huidige eerstejaars wel een generaal pardon.

De Hogeschoolraad blijft op het standpunt dat de tweedejaars allemaal hun opleiding mogen vervolgen. Een beslissing hierover raakt de huidige tweedejaars voltijdstudenten. Maar het raakt ook de deeltijders van de flexibele opleidingen: zij hebben in het tweede jaar te maken met een BSA.

Investeren in studiebegeleiding

In zo’n tussentijds gesprek dat de HSR voorstelde, gaat het bijvoorbeeld over het aantal studiepunten dat behaald is. Zijn dat er 5 of 45? Zit de student wel op een voor hem of haar geschikte opleiding? ‘Door zo’n extra gesprek investeren we in de studiebegeleiding’, zei HSR-studentlid Joram van Velzen. Wel moet er meer tijd worden vrijgemaakt bij docenten om deze extra taken uit te kunnen voeren.

Studentlid Idris in ’t Hof wees erop dat de huidige tweedejaars langdurig kampen met de corona-maatregelen. De cijfers over studiesucces kunnen relatief goed zijn, maar dat zegt niets over het studentenwelzijn, vindt hij. ‘Met de tussentijdse gesprekken leg je de regie bij de studenten waardoor zij zelf tot keuzes komen. De uitkomst kan ook zijn dat iemand niet doorgaat met de studie.’

Het college van bestuur omarmde het voeren van deze gesprekken. Maar collegevoorzitter Jan Bogerd bleef hameren op het belang van een BSA in het didactisch-pedagogisch concept. Het college wil niet op de stoel van de teams en management van de opleidingen gaan zitten door er één belangrijk onderdeel uit te halen. Daarbij herhaalde Bogerd dat de cijfers van de studievoorgang zodanig gunstig zijn, dat een tweede generaal pardon voor deze groep niet nodig is.

Stok achter de deur

Bogerd vertelde tijdens de vergadering nog een anekdote. Zijn buurman hoorde van zijn zoon over het opschorten van het BSA vorig jaar. De zoon dacht daarop dat hij niets meer aan de studie hoefde te doen. ‘Hij is klaar voor dit studiejaar’, concludeerde de buurman. Waarmee Bogerd wil aangeven dat er een risicovol signaal kan worden afgegeven met een generaal pardon. Sommige studenten hebben immers een stok achter de deur nodig in de vorm van zo’n bindend studieadvies.

HSR-voorzitter Annette Wind betoogde dat het college het alleen heeft over het BSA. Over andere elementen van het didactisch-pedagogisch concept gaat het niet. Terwijl het dan ook kan gaan over bijvoorbeeld de binding van studenten met de opleiding. Die is een stuk minder sinds de hogeschool noodgedwongen is omgeschakeld op online onderwijs. ‘Daar zijn problemen mee omdat we allemaal thuis zitten’, zei ze. Zij begrijpt niet wat de onoverkomelijke bezwaren zijn om het BSA voor tweedejaars op te schorten.

Ook interessant: Studeren met een beperking: Amber had borstkanker