Columns

kenya

Alles verloopt anders dan we denken. Eerst denk ik eventjes op het internet van de MOI universiteit te kunnen werken, maar de bezoeken aan de geplande middelbare meisjesscholen zijn uitgesteld. Er is dus tijd genoeg om de studiereis te verslaan van 11 HU-studenten, die aan twee projecten werken onder leiding van Joke Alink, Theo deHosson en ikzelf. In mijn groep zitten Britt (FEM), Diana (FEM), Marcel (FNT), Jori (FE), Malisa (FE).

We vertrekken ’s middags vanaf Schiphol met Egypt Air naar Cairo, waar we ’s nachts aankomen. We eten en drinken er nog even iets om dan weer in te stappen voor het tweede deel van de vlucht naar Nairobi. Daar komen we om tien voor half vijf in het donker aan. Twee gitzwarte chaufeurs houden bordjes omhoog met daarop MOI geschreven. Britt, die voor ons de financiën bijhoudt, gaat op zoek naar een pinautomaat. Die werkt niet. Gelukkig heb ik voldoende Keniaans geld bij me. Elke groep gaat in een busje. Het past allemaal net.

We kijken onze ogen uit, of niet. Want sommigen hebben nauwelijks een oog dichtgedaan in het vliegtuig. De busjes sjezen achter elkaar over de snelweg. Onze eerste stop is een redelijke plaats, Nakuru, waar we weer kijken naar pinautomaten. De andere groep wil nog usb-sticks kopen. We zien lijmsnuivertjes, hectisch verkeer en door elkaar krioelende Afrikanen en wachtende blanken bij twee busjes.