Achtergrond

Lekker breed

Eerst moesten er steeds meer opleidingen komen. Daarmee zou je veel studenten trekken. Nu klinkt alom de roep om brede bachelors. Dan weet de student weer wat hij kiest. Bij de faculteit Natuur en Techniek krijgen ze pluimen voor de onderwijsvernieuwing, de economische opleidingen volgen nu ook. 

Kan van een 18-jarige worden verwacht dat hij weet wat het verschil is tussen bedrijfseconomie, commerciële economie en business management? 
Eigenlijk niet. 
En kan iemand die zich heeft aangemeld voor communicatie, alsnog overstappen naar journalistiek of desnoods een technisch vak? Of zit hij eraan vast en moet hij minimaal genoegen nemen met een verlies van een jaar studietijd? 
Helaas wel, in de huidige situatie. 
 
Beginnende studenten moeten zich tijdens het kiezen van een opleiding voelen als de deelnemers aan een televisiequiz uit een ver verleden, waarbij een cavia in een doolhof wordt losgelaten. Het knaagdier kon aan het einde van de rit kiezen uit verschillende poortjes, waarbij hun baasjes al dan niet de hoofdprijs konden winnen. Met andere woorden: het besluit om een bepaalde studie te gaan volgen is een grote gok. 
 
De vergelijking met het caviaspel komt van Robbert Dijkgraaf, toenmalig president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en regelmatig gast bij De Wereld Draait Door. In zijn jaarrede uit 2011 pleitte hij voor het verbreden van de bachelorstudies. Al een jaar eerder beklemtoonde de commissie-Veerman, die de regering adviseerde over de toekomst van het hoger onderwijs, het belang van brede opleidingen voor zowel universiteiten en hogescholen.   
 
VERSNIPPERING
Want de klacht is dat aankomende studenten moeilijk tot een juiste studiekeuze kunnen komen. In de ratrace om meer studenten te trekken werden allerlei modieuze studies met sexy namen in de markt gezet. Door deze versnippering ontstond een lappendeken aan opleidingen. Aspirant-studenten zagen door de bomen het bos niet meer. 
 
Drie jaar na het advies heeft in elk geval het Instituut Engineering and Design van de faculteit Natuur en Techniek de handschoen opgepakt en is voortvarend aan het werk gegaan. In de afgelopen twee jaar werden twee van de vijf opleidingen opgeheven en verdwenen talloze profielen en afstudeerrichtingen, zoals de populaire mediatechnologie en integrated product development. Na de verbouwing kregen de overgebleven opleidingen elektrotechniek, werktuigbouwkunde en technische bedrijfskunde een nieuw jasje. De afgestoten onderdelen komen terug in het curriculum. De opleidingen houden een eigen propedeuse, maar in de bovenbouw gaan studenten veelvuldig in projecten samenwerken. Want voor het bouwen van een robot zijn meerdere disciplines nodig, zo is de gedachte. 
 
Die veranderingen leidden op de werkvloer tot weerstand, maar nu kan de faculteit de pluimen in ontvangst nemen. De FNT is landelijk ‘absoluut koploper’, zei Michaël van Straalen, voorzitter van de Koninklijke Metaalunie, onlangs in het Technisch Weekblad. Hij is tevens lid van de commissie-Van Pernis, die de technische opleidingen bij hogescholen onder de loep nam en aandrong op grootschalige herziening. ‘Hier voert men consequent en consciëntieus een onderwijsvernieuwing door waar anderen een voorbeeld aan kunnen nemen.’
 
INHAALSLAG
Ondertussen zijn ook de economische hbo-faculteiten begonnen met brede bachelors. Het sectoraal adviescollege hoger economisch onderwijs, onderdeel van de HBO-raad, heeft besloten dat alle economische faculteiten in Nederland de internationaal erkende graad bachelor of business administration (BBA) gaan uitgeven aan haar studenten. 
Concreet betekent dit dat de competenties van de afzonderlijke opleidingen worden opgeheven. Daarvoor in de plaats komt een zogenaamde BBA-standaard waaraan het curriculum moet voldoen. Hierin staat beschreven dat studenten onder meer over een gedegen theoretische basis moeten beschikken. Die bestaat uit een tiental vakgebieden zoals economie, accountancy en marketing. Ook worden eisen gesteld aan het onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap en de beroepsethiek van de studenten.
 
‘Nederland is het enige land dat een onderscheid maakt in aparte opleidingen. In het buitenland maken zij onderdeel uit van de bachelor of business administration. We zijn bezig met een inhaalslag zodat het programma beter aansluit en uitwisselbaar wordt met het buitenland’, zegt Ernst van den Bosch, onderwijsadviseur bij de FEM. Volgens Rob van Lambalgen, sinds november vorig jaar directeur van de faculteit Economie en Management, wordt er hard gewerkt om de curricula ‘BBA-proof’ te maken. ‘De FEM-klas van 2012 ontvangt straks in 2016 als eerste in zijn geheel de BBA-graad.’ 
 
EIGEN STUDIEROUTE
Die BBA-graad is vooralsnog geënt op de bestaande opleidingen, maar bij de FEM wordt ook nagedacht hoe het onderwijs op termijn meer flexibel kan worden ingericht. Binnen de BBA zouden studenten straks mogelijk hun eigen studieroute kunnen samenstellen die aansluit bij hun ambities en interesses, zo is de gedachte. De directeur tekent erbij aan dat hierover nog niets is besloten. Maar: ‘De BBA-nieuwe stijl heeft al een basis in de vorm van de gemeenschappelijke propedeuse’, vervolgt hij. Sinds 2005 krijgen alle eerstejaars in het eerste jaar voor een groot deel dezelfde vakken, zoals marketing, bedrijfseconomie en communicatieve vaardigheden. Een beperkt deel van het curriculum in het eerste jaar is toegesneden op de specifieke opleidingen.
Na de propedeuse kiezen de studenten dan een uitstroomprofiel en specialisatie. Als profielen worden genoemd commerce, finance en accounting. Afgestudeerden ontvangen dan een diploma bachelor of business administration en een supplement meldt welke onderdelen hij of zij heeft gevolgd. Van Lambalgen: ‘Als er voldoende bagage in zit van een specifieke opleiding, krijgen zij bijvoorbeeld een aantekening sport en entertainment marketing. Daarnaast kan een student ervoor kiezen om zijn economische kennis aan te vullen met vakken uit de gezondheidszorg. Zo’n afgestudeerde is voor de financiële afdeling van een ziekenhuis extra interessant.’