Achtergrond

Melvin, Sanne en Lisa kregen een burn-out

Dagen op bed liggen, niemand willen zien, kortademig zijn en paniekaanvallen hebben. Zomaar een aantal veel voorkomende burn-out klachten. Deze studenten, Melvin (19), Sanne (20) en Lisa (22) vertellen over hoe het begon, hoe het was en hoe het overging.

‘Ik was continu moe. Zelfs als ik twaalf uur sliep, werd ik doodmoe wakker,’ vertelt Melvin (19). Dat was voor hem geen reden tot paniek. ‘Ik eet vegetarisch en dacht dat ik bloedarmoede had.’ Zijn bloedwaarden waren normaal en de huisarts vertelde hem dat het ook door stress kon komen. ‘Dat vond ik onzin. Ik begreep niet waar ik als student stress om zou moeten hebben.’

Ook Lisa (22) en Sanne (20) waren moe. ‘Ik was verdrietig, had geen zin meer in leuke dingen en schoof mijn vrienden aan de kant’, vertelt Lisa. Voor Sanne kostte alleen al het dénken aan afspreken met vrienden haar energie.

Verschillende factoren

Lisa switchte in een korte tijd drie keer van opleiding. Op de eerste opleiding werd ze gepest. ‘Normaal gesproken ben ik iemand die pesterijen makkelijk van zich afzet, maar op een gegeven moment vrat het aan me.’ Op school was ze altijd op haar hoede en zoveel mogelijk stil. ‘Ik dacht dat ze me niet zouden kunnen afkraken zo lang ik niets zei.’ Ze besloot een tussenjaar te nemen en daarna te beginnen met een nieuwe opleiding, maar daar kon ze haar draai niet vinden. Na tien weken switchte ze naar de opleiding Onderwijsassistent. ‘Ik moest veel inhalen, omdat ik later instroomde. Ik haalde alles, maar daarna kon ik niets meer’, vertelt ze.

Het duurde even voordat Lisa zich bij de huisarts meldde. ‘Ik kreeg allemaal gekke kwaaltjes, zoals hoofdpijn, keelpijn en ik was snel geïrriteerd.’ Bij haar eerste bezoek zei de huisarts dat ze twee weken rust moest nemen, maar dat deed ze niet. ‘Ik ging daarna snel achteruit en kreeg zelfs zelfmoordgedachten. Toen heb ik weer hulp gezocht en werd de conclusie gesteld dat ik een burn-out had. Ik had mijn trauma’s van de eerste opleiding niet verwerkt en dat nam ik onbewust de hele tijd mee.’

De burn-out van Melvin kwam in coronatijd. Hij heeft ADHD en kan lastig met verandering omgaan. ‘Door corona stond mijn hele leven op zijn kop. Ik kon me thuis niet concentreren en kon de stof moeilijk opnemen. Ondertussen bleven alle deadlines hetzelfde en moest ik hard werken. Die verandering maakte dat ik hele dagen mijn bed niet meer uitkwam. Ik had continu het gevoel dat ik geen lucht kreeg, had hartkloppingen en kreeg paniekaanvallen.’

Bij Sanne sloop de burn-out erin. ‘Ik ben perfectionistisch. Ik voel de druk vanuit mijn ouders en vanuit mijn opleiding om te presteren. Pas toen ik paniekaanvallen kreeg, besefte ik me dat ik misschien te hard had gewerkt.’

Niet janken, maar doorzetten

Nadat Melvin, Lisa en Sanne de stap hadden gezet om naar de huisarts te gaan, viel het niet mee om aan hun omgeving duidelijk te maken dat het slecht ging. ‘Ik zei regelmatig tegen mijn omgeving dat ik rustig aan moest doen. ‘‘Stel je niet zo aan, je bent gewoon een beetje moe. Op tijd naar bed en je ritme weer oppakken’’, zeiden ze dan. Ik durfde door die reacties niet te zeggen dat het mentaal niet goed ging,’ vertelt Lisa.

Het taboe is voor alle drie de studenten de reden dat ze hun verhaal anoniem vertellen. ‘Ik wil niet bekend staan als het meisje met de problemen. Ik heb er bewust voor gekozen om een opleiding ver bij mij uit de buurt te gaan doen. Ik start met een frisse lei’, zegt Lisa.

Melvin studeert Werktuigbouwkunde en daar is het volgens hem niet gebruikelijk om over je emoties te praten: ‘De studenten zijn veelal botte kerels die houden van aanpakken. ‘‘Niet janken, maar doorzetten’’, is het motto. Ik voelde daardoor niet de behoefte om over mijn burn-out te praten. Ik deel het alleen met goede vrienden.’

‘Toen ik eindelijk durfde te praten met vrienden, merkte ik dat veel van hen niet weten hoe ze ermee om moeten gaan. Ik had een paniekaanval bij huisgenoten. Eén iemand liep weg, omdat hij niet wist wat hij ermee moest, een ander bleef op een afstandje kijken en degene die naast me zat, vroeg ‘‘gaat het?’’ Ik zat ontzettende te hyperventileren en kon niet praten, dus nee. Het ging niet.’

Ook Sanne heeft te maken met onbegrip uit haar omgeving: ‘Mensen denken vaak dat je je aanstelt. ‘‘Iedereen is wel eens moe’’, zeggen ze dan. Ze snappen niet dat je een burn-out kunt krijgen als je zo jong bent. In het begin vond ik het ontzettend moeilijk om het erover te hebben met mensen, omdat ik bang was voor de reacties. Nu ga ik juist dat gesprek aan om te laten zien dat het niet iets is waar je lachterig over moet doen. ’Ouderen zeggen vaak dat studenten het niet zwaar hebben, maar daar ben ik het niet mee eens,’ zegt Melvin. ‘Vroeger kreeg je geld van de overheid, je kon prima een huis kopen met een studieschuld en ook op kamers wonen was niet zo duur. Ik kan mijn studie en kamer niet betalen zonder naast mijn opleiding ook veel te werken. De druk om te presteren ligt te hoog.’

Niet voor altijd

Met Melvin, Lisa en Sanne gaat het inmiddels een stuk beter.

Lisa is inmiddels vijf jaar verder. ‘Als ik erop terugkijk, ben ik ook dankbaar dat het me is overkomen, want het was een eyeopener. Ik heb er veel van geleerd en kan nu beter mijn grenzen bewaken. Mijn burn-out heeft me gemaakt tot wie ik nu ben.’

In september start ze met de opleiding Leraar Omgangskunde. ‘Door mijn ervaringen denk ik dat ik mensen goed kan helpen.’

Sanne: ‘Als ik erop terugkijk, snap ik volledig dat ik die burn-out heb gekregen.’ Ze staat positiever in het leven en is trots op zichzelf als ze een taak heeft volbracht. ‘Dat had ik een jaar geleden niet. Er zijn nog steeds wel eens dagen dat het niet lekker gaat, maar geen weken achter elkaar. Daarnaast weet ik ook beter waar mijn grens ligt. Ik stopte met rijlessen en ging minder werken. Ik let erop dat ik op tijd rust neem en een stapje terug doe als dat nodig is.’

De burn-out van Melvin is nog niet over, maar hij heeft het onder controle. Hij heeft veel steun aan zijn huisgenoten die hem regelmatig uit bed trekken en zorgen voor structuur. Hij is soms wel bang om nog een paniekaanval te krijgen: ‘Ik merk dat ik in paniek raak als ik buiten adem ben van het sporten, omdat ik bang ben dat het een paniekaanval wordt.’ Melvin staat op een wachtlijst om over zijn burn-out te praten met een psycholoog en om behandeld te worden voor zijn ADHD.

Praat erover

Of je een burn-out kunt voorkomen, weten de studenten niet. ‘Het is een samenloop van een hoop factoren. De burn-out sluipt erin’, zegt Sanne. Lisa stelt dat het belangrijk is om te luisteren naar je lichaam. ‘Neem je rust. Leg je telefoon aan de kant en neem tijd voor jezelf.’

‘Ga uit bed. Je moet jezelf de tijd gunnen om uit te rusten, maar van dagen op bed liggen, ga je je niet beter voelen. Bel iemand op, laat weten dat het slecht gaat en laat je huisgenoten je uit bed sleuren,’ zegt Melvin

Ze zijn het er alle drie over eens dat over je klachten praten helpt om sneller uit je burn-out te komen. ‘Ik had eerder aan de bel moeten trekken’, zegt Sanne. ‘Ik hoorde vanuit allerlei hoeken dat ik me niet aan moest stellen en daardoor ging ik aan mezelf twijfelen.’

Lisa: ‘Praat met mensen. We moeten af van het gevoel alles zelf op te willen lossen. Als je niets zegt, maak je van je hard een moordkuil en dat is niet goed.’

De namen van alle studenten zijn gefingeerd.

Ook interessant: Student Loes leerde Ralph kennen via Tinder: ‘Het duurde ruim een jaar voor we elkaar hebben ontmoet’