Nieuws

Kamervragen over weren allochtone pabo-stagiairs

GroenLinks Kamerlid Tofik Dibi wil van minister Plasterk van OCW weten hoe vaak het voorkomt dat basisscholen allochtone pabo-stagiairs weigeren en bij welk type scholen dit het meest voorkomt.

Dibi reageert op de uitkomsten van een onderzoek in opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Daaruit kwam onder meer naar voren dat allochtone pabo-studenten moeilijker aan stageplekkomen. Dit is een van de redenen van hun hoge uitval.

Directeur Freddy Weima van het SBO, waarin werkgevers en werknemers uit het onderwijs zijn verenigd, kaartte de stageproblemen opnieuw aan. ‘We kunnen het niet keihard met cijfers onderbouwen, want het is een subtiele problematiek. Het gaat dan bijvoorbeeld om een allochtone student die na het schrijven van een sollicitatiebrief niet uitgenodigd wordt voor een gesprek.’

Kamerlid Dibi bepleit ‘harde afspraken’ met alle betrokken partijen om de uitval van allochtone pabo-studenten tegen te gaan. Weima is het hiermee eens. ‘Scholen hebben leraren nodig en we moeten alle talenten benutten’, zegt hij. Hij kan zich vinden in de maatregel van de Hogeschool Rotterdam om de herkansingen van de verplichte taal- en rekentoets bij de pabo uit te breiden naar het tweede jaar. Maar dan dient in de propedeuse wel voldoende aandacht te zijn voor deze vakken en het moet passen binnen de afspraken met de minister.

Weima: ‘Pabo’s kunnen verder afspraken maken met scholen in de regio’s over het aantal te plaatsen studenten. Daar kan ook landelijke een overeenkomst over worden gemaakt.’ Hij vindt aparte afspraken voor allochtone studenten niet nodig.