‘We moeten er rekening mee houden dat we de komende jaren – ik zeg járen -niet meer in dezelfde omvang aanwezig zullen zijn op het Utrecht Science Park.’ Dat zei collegevoorzitter Jan Bogerd in een presentatie over het toekomstperspectief van de HU in coronatijd. Bogerd verwacht dat onderwijs structureel meer een mix van online en fysiek lesgeven gaat worden. Hoe dan ook: voorlopig blijven HU-medewerkers nog even thuis werken. Hoe kijken ze daar tegenaan?
Luuk van Loon – Lerarenopleiding Engels ‘Thuiswerken is een klein offer in het grote geheel’
‘Het thuiswerken gaat best goed’, vertelt Van Loon. ‘Het lesgeven gaat prima. Kwalitatief is het vergelijkbaar met normaal, maar qua energie en wat ik eruit haal is het toch anders. Als ik een-op-een met leerlingen in de klas zit, heb ik veel meer energie. Je hebt nu de dynamiek niet meer die je normaal hebt, dus lesgeven is daardoor minder leuk geworden. Maar het is nu eenmaal wat het is.’
Diezelfde gedachte heeft Van Loon als hij nadenkt over langere tijd thuis lesgeven. ‘Als langer thuiswerken het beste is voor de volksgezondheid, dan moeten we ons steentje bijdragen. Dan doe ik dat ook graag, het is een klein offer in het grote geheel. Ik denk best pragmatisch: de gedachte dat ik nog lang thuis moet werken, deprimeert mij dan ook niet. Natuurlijk ben ik veel liever op locatie, maar er zijn grotere belangen.’
Evert-Jan Velzing – docent Technische bedrijfskunde
‘Maanden niet naar mijn werk zie ik niet zitten’
Bij het opnemen van de telefoon klinken de bescheiden geluidjes van een pasgeboren baby aan de andere kant van de lijn vóór de stem van Evert-Jan Velzing hoorbaar is. Hij is net vader geworden van een tweede en is eventjes met verlof. Maar over het thuiswerken wil hij wel wat kwijt. Want het online lesgeven was snel opgezet, maar ‘hoe we het moeten doen met de toetsen is lastig. We hebben nog niet voor alle problemen een goede oplossing.’ En fysiek contact wordt gemist. ‘Dat is een wezenlijk deel van het lesgeven, en niet digitaal te vervangen.’
‘Als ik maanden niet naar mijn werk mag, zie ik dat niet zitten’, vervolgt hij. ‘Ik heb geen goede plek om thuis te werken, dan moet ik een half jaar aan de keukentafel zitten. Ik zou dan van de HU verwachten dat ik naar De Uithof kan om te werken óf dat er meegedacht wordt over een goede werkplek. Ik zou het vooral een beetje gek vinden als we niet in De Uithof kunnen werken. Als er geen studenten komen, heb je ruimte genoeg om werkplekken voor docenten in te richten.’
Tinie Mars – docent Frans
‘Op sommige studenten heb je geen vat’
Foto: Maarten Nauw
‘Ik vind het wel leuk eigenlijk!’, reageert Tinie Mars opgewekt. Tijdens het lesgeven zit Mars het liefste zo dicht mogelijk bij de wifi, want anders valt Microsoft Teams uit. Ze ziet de positieve kanten van online lesgeven. ‘Iedereen doet goed mee want ze hebben geen tijd om samen te kletsen. Daarom is iedereen erg betrokken. Het nadeel is dat je op sommige studenten geen vat hebt. Soms zie je dat er een stoel leeg is. Dan denk ik: wat is diegene aan het doen? Je hebt niet veel houvast.’
Het idee dat ze nog langere tijd thuis les moet geven, vindt Mars saai. ‘Je ziet niemand, je kunt niet echt communiceren met elkaar, lachen met elkaar. Dat kan wel een beetje door te videobellen, maar dat is een surrogaatmiddel. Daarnaast vraag ik mij af hoe het moet met de nieuwe studenten, want die leren niemand kennen als ze thuis les krijgen. Ik hoop dat we elkaar in september weer kunnen ontmoeten, al zou het maar voor de helft van de lessen zijn.’
Veysel Tan – docent Strafrecht
‘Een aantal dingen kun je zelfs beter online doen’
‘Ik heb vrij snel geaccepteerd dat het is hoe het is’, vertelt Veysel Tan. Het thuiswerken gaat hem goed af. ‘Ik wilde er het beste van maken, en dat is ook gelukt. Leerlingen bedanken mij na afloop, daar krijg ik wel energie van in de aanloop naar volgende week. Ik mis de studenten. Ik verplicht ze niet om de camera aan te zetten, maar soms zie ik hun gezichten en dan ben ik blij dat ik ze heb gezien.’
‘Als we straks de combinatie krijgen van digitaal lesgeven en elkaar face-to-face mogen zien, dan moeten we keuzes maken. Misschien dat we eerstejaars wel op de HU moeten uitnodigen om de binding te creëren en tweede- en derdejaars minder. Ik zou het wel jammer vinden om de studenten minder te zien, maar zo’n combinatie zou een goede balans zijn. Laten we het vooral in perspectief zien, want het is gewoon niet fijn wat er nu allemaal gebeurt in Nederland. Een aantal dingen kun je zelfs beter online doen dan in de les, want studenten hebben minder last van eventuele afleiding. Het geven van hoorcollege’s mis ik het meeste. Eerstejaars studenten komen dan voor het eerst in aanraking met recht. Ik wil ze motiveren en inspireren. Nu moet ik dat straks in mijn joggingbroek doen.’
Paul Go – docent bij Social Work
‘Ik voel me weer beginnend docent’
Elke dag fietst Paul Go eerst op en neer naar zijn werk in De Uithof. Hij ziet de gebouwen, voelt zijn lijf werken op de fiets en bij terugkomst verdwijnt hij naar boven om de lessen te starten. ‘Sommige dingen vallen mee, andere vallen tegen. Online lesgeven vind ik lastig. Wat ik normaal doe, kan ik niet doen. Nu moet ik goed nadenken over hoe ik het doel ga bereiken dat ik met de studenten voor ogen had en daar worstel ik mee. Ik heb de juiste vorm nog niet uitgevonden.’
‘En toch gebeurt er iets dat ik nooit had gedacht’, vertelt Go verder. ‘Normaal gesproken zou ik in zo’n situatie zeggen: dit kan niet. Maar nu denk ik: hoe kan dit wel slagen? Ik weet waar ik naartoe wil, maar ik heb nog geen idee hoe ik dit voor elkaar kan boksen. Ik ben voor de volle honderd procent aan het zoeken naar mogelijkheden om hetzelfde resultaat als normaal te bereiken. Dat is een uitdaging, en super leuk! Ik kan nergens op terugvallen en ik denk dat het goed is voor mij. Ik voel me een beginnend docent en dat is eigenlijk best leuk.’