Achtergrond

Pax ziet in De Uithof een levendige dierentuin

Pax (30), hiphopcollectief Habek, studeerde communicatiesystemen aan Hogeschool Utrecht (1999-2004)

‘Mijn studententijd: je pakte een bus die tot de nok toe vol zat en dan was het net of je de stad uitreed, langs het zwembad waar we ’s zomers onze kater wegzwommen, naar die open plek met gebouwen waar het krioelde van de studenten. Voor mij is De Uithof een plek die hangt tussen een industrieterrein en een campus zoals in de VS.
Ik studeerde er vier jaar communicatiesystemen aan de faculteit Communicatie en Journalistiek. Een veilige keuze, want eigenlijk wilde ik alleen maar bezig zijn met hiphop; raps en beats maken. Gelukkig ontmoette ik daar iemand met wie ik dat ging doen en nog steeds doe: Dharmen Nokhai van Boemklatsch.
Ze noemen me ook wel het ‘geweten’, maar ik ben geestelijk vader van het Utrechts hiphopcollectief Habek: een productiehuis en uitvalsbasis voor onze generatie artiesten, zoals Kyteman, Kapabel, La Boutique Fantastique maar vooral ook voor nieuw hiphoptalent. We zijn een groep artiesten die overal in de stad – en ver daarbuiten – optreedt en bijdragen levert aan bijvoorbeeld het Bevrijdingsfestival, Tweetakt, Festival a/d Werf en ons eigen festival Roffest.
Net als een live-act verandert onze aanpak voortdurend. Muziek is een golfbeweging. We zijn nu bezig met andere artiesten te laten zie hoe je van een podium een levendige dierentuin kunt maken die volle zalen trekt in plaats van een saaie play-knop.
Ook De Uithof kan zo’n levendige dierentuin zijn. Het is tenslotte een plek voor jonge mensen die zichzelf nog aan het uitvinden zijn, in een wereld waarin niets nog vastligt. Ze moeten er kunnen wonen, studeren, uitgaan, alles door elkaar. In plaats van aparte faculteiten zeg ik: gooi het open! Zet opleidingen naast elkaar die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Het is supercool dingen te combineren die niet logisch zijn. Ze verfrissen elkaar automatisch. Pak journalistiek, muziek en bouwkunde, wat zou daar voor moois uit kunnen komen?’