Achtergrond

Reportage: ZIN – deel 3: Zingeving – De Kritische Studenten

Trajectumreporter Jasmijn drinkt thee met spreuken als containment and contentment are life’s greatest gifts. Maar wat ze daar precies aan heeft, weet ze ook niet. Dus gaat ze op zoek naar zingeving. Deze aflevering: de maatschappelijk betrokken Kritische Studenten Utrecht.

Kritische Studenten Utrecht (KSU) is een onafhankelijke actiegroep die door middel van directe acties, workshops, debatten en demonstraties, zoveel mogelijk discussie en bewustzijn probeert te kweken onder Utrechtse studenten over negatieve veranderingen in het hoger onderwijs. KSU wil dat:

  • het hoger onderwijs opereert vrij van marktwerking, commercialisering en massaliteit
  • het hoger onderwijs een vrijplaats is voor onafhankelijk denken en ruimte biedt aan kritische geluiden
  • studenten in beweging worden gebracht door maatschappelijke betrokkenheid
    (Bron: www.kritischestudenten.nl)

KSU is een open collectief, iedere student die zich in deze standpunten kan vinden en in actie wil komen, mag aankloppen bij de tweewekelijkse open vergaderingen in boekhandel De Rooie Rat aan de Oudegracht.

Woensdagavond half acht sta ik voor een gesloten boekwinkel. Ik bel aan. Er komt een lange jongen – legerpetje, vriendelijk gezicht – aanlopen. Hij geeft me een stevige hand en stelt zich voor als Alex (23), student liberal arts & sciences en contactpersoon van KSU. Hij is vanaf de oprichting betrokken bij de actiegroep.

KSU is een jonge organisatie en bestaat sinds vorig jaar mei. Het is een initiatief van studenten antropologie, filosofie en liberal arts & sciences die vinden dat er in het hoger onderwijs geen kritische omgeving wordt geboden. Alex: ‘Later kwamen we er achter dat er in 2000 ook al een groep Kritische Studenten Utrecht is geweest. Helaas zijn zij in 2002 gestopt. Sindsdien is er geen enkele organisatie in Utrecht geweest die op onze manier actie voert voor de kwaliteit van het onderwijs. Nu zijn wij er.’

Voor in de winkel zijn de lichten al uit. We lopen langs plafondhoge kasten gevuld met linkse lectuur. Het ruikt naar oud papier, hout en stof. Ik zie een collectie met titels als Capitalism’s Long Hot Winter Has Begun en ABC van het anarchisme. Achterin, bij de tweedehandsafdeling staat een tafel met een aangrenzende keukentje.
Hier staan studenten cognitieve kunstmatige intelligentie Erik (26) en Poejesh (24) te kletsen. Poejesh werkt in de Rooie Rat en vraagt of ik ook thee wil. Even later komt hij met een thermosfles aan. Het heeft iets filmisch: vergaderen tussen de boeken over maatschappelijke zaken. De jongens zijn aardig en geïnteresseerd. Vrolijk ook. Erik is ad rem en lacht veel. Poejesh, is iets serieuzer komt beheerst over. Hij kiest zijn woorden met zorg uit.
Even later komen Kyra (23, liberal arts & sciences), Nima (25, CKI) en Freek (22, personeel en arbeid) binnengestapt. Kyra, het enige meisje in de groep, groet enthousiast en omhelst Alex. Nima komt naast me zitten en stelt meteen veel vragen over mijn opleiding journalistiek en werk bij Trajectum. Hij is geestig en betrokken. Aan de andere kant neemt nieuweling Freek plaats. Normaal gesproken vergaderen de studenten met z’n tienen. ‘Maar sinds kort studeert de helft van de leden in het buitenland’, legt Alex uit. Vanavond zijn ze met z’n zessen. En ik.

Omdat Freek, Erik en ik vanavond ‘nieuw’ zijn, volgt er een voorstelrondje. Alex geeft een korte uitleg over de kritische studenten en vertelt over zijn studie. ‘Tja, wat willen jullie nog meer weten?’, gooit hij in de groep. Erik besluit dat hij van iedereen de favoriete cartoonheld wil weten.  
Hij kent Nima en Poejesh nog van zijn ‘vroegere actieverleden’ en is door hen aangespoord om mee te doen met de kritische studenten. Zijn eigen favoriete held? ‘Batman. Omdat hij miljonair is, maar in zijn vrije tijd toch het kwaad bestrijdt’, stelt hij op semi-plechtige toon. Hij lacht: ‘Nee, joh dat is onzin. Ik weet het niet, maar ik vond het wel een leuke nerdenvraag.’ Freek kiest ook voor Batman. Hij komt gefocust over, vertelt dat hij personeel en arbeid aan Hogeschool Inholland studeert. ‘Oh, dus jij leert hoe je later mensen kan ontslaan’, plaagt Alex. Freek antwoordt serieus dat hij de studie met het oog op de vakbond heeft gekozen.

Toen ik eerder op de avond informeerde naar de voorzitter van de club, kreeg ik geen duidelijk antwoord. Als de vergadering begint, begrijp ik pas waarom. De organisatie is horizontaal, dat betekent dat er geen hiërarchie bestaat en dus geen leiders zijn. Besluitvorming gaat via het consensusmodel: er wordt net zo lang onderhandeld tot er een formule is gevonden die voor iedereen aanvaardbaar is. Een voorstel wordt pas doorgevoerd als er niemand meer om een stemming vraagt. Dat betekent echter niet dat iedereen het er mee eens hoeft te zijn, als ze er maar mee kunnen leven.
Bij dit model hoort een soort codetaal; de wapperende beweging met de handen lijkt nog het meest op applaus voor doven. Mocht je tijdens de redevoering van iemand anders het eens zijn, dan mag je wapperen met de handen. Zo weet diegene dat je het met het standpunt eens bent. Voor vanavond is het wapperhanden niet nodig, omdat we met een te kleine groep zijn. ‘Zo kunnen we op elkaar reageren zonder dat het een chaos wordt. Maar als we uitbreiden, is het handig om al een vergadervorm te hebben’, vertelt Alex.

‘Wie notuleert eigenlijk?’, vraagt Kyra voordat we met het overleg beginnen beginnen. Er wordt automatisch naar Alex gekeken. ‘Als niemand het wil doen, doe ik het’, spreekt hij diplomatiek. Dat betekent ook dat hij vanavond het gesprek zal leiden. Hij begint met zijn eigen mededelingen. Er is een nieuw kraakpand waar mogelijk een creatieve broedplaats komt. Hij heeft contact opgenomen met de bewoners of de KSU een vaste plek kunnen krijgen. Die zagen dit wel zitten dus gaat hij binnenkort langs voor een gesprek. ‘Wie mee wil, mag mee. Volgens mij is het wel een mooi pand.’
Freek is geïnteresseerd: ‘Wanneer ga je?’
Alex: ‘Ze zeiden dat ze vierentwintig uur per dag aanwezig zijn. Dus het maakt niet zoveel uit.’
Freek: ‘Vanavond?’  
Alex: ‘Ja, zou kunnen.’
Erik: ‘Als jullie vanavond gaan, ga ik ook wel mee.’
Freek: ‘Ik ga sowieso.’
Erik: ‘Mooi.’
Alex noteert agendapunt een: overleg met bewoners kraakpand. Afgevinkt.
In het kraakpand zal ook een drukker komen. Een mooi bruggetje naar het volgende onderwerp: een actiekrant. Er wordt gebrainstormd over een onafhankelijk pamflet voor studenten, een ludiek protest dat ze eventueel kunnen verspreiden tijdens de Utrechtse Introductie Tijd (UIT).

Actievoeren doen de kritische studenten door middel van protesten en het organiseren van debatten, verder bieden zij alternatieve workshops aan waarmee ze hopen enig bewustzijn bij de huidige studenten te kweken.
De KSU-leden maken zich echt zorgen om maatschappelijke problemen. Aan de toon van overleg, serieus met zelfspot, maak ik op dat de kritische student anno 2010 niet langer met gebalde vuist op de barricade staat, maar ludieke middelen probeert te vinden om de boodschap over te brengen.
De bekendste actie van de KSU tot nu toe, is de uitgave van het Nieuwe U-blad en de bezetting van het Bestuursgebouw van de universiteit afgelopen winter. Een satirisch protest tegen het verdwijnen van de papieren versie van het Ublad. Verder ondersteunden zij onlangs de schoonmakerstakingen en stonden zij met een aantal leden op het station. ‘Schoonmakers en studenten steunen elkaar traditiegetrouw al jaren’, vertelt Kyra. Zelf stond ze ook op het station. Uit solidariteit.
‘De reden waarom studenten tegenwoordig niet in actie komen, is omdat ze niet goed op de hoogte zijn’, zegt Kyra. ‘Wanneer het kabinet vandaag bezuinigingen in het hoger onderwijs aankondigt, worden deze maatregelen vaak pas vijf jaar later doorgevoerd. De gedupeerden zijn de middelbare scholieren van nu. Tja, en die zijn met andere dingen bezig. Die mobiliseer je niet een twee drie.’ De kritische studenten zijn erg goed op de hoogte en kennen de organisatie (vooral die van de universiteit) van binnen uit. Ze maken zich in tegenstelling tot het gros van de studenten druk om bezuinigingen, ontslag van docenten en de kwaliteit van het onderwijs.

Erik en Nima hebben het inmiddels over een foto op Facebook. De aandacht verslapt. Kyra besluit dat het pauze is: ‘ik zou wel een sigaretje lusten’. De helft van de aanwezigen loopt naar buiten. Nima, Poejesh en ik blijven binnen. Ik vraag aan de jongens waarom ze op deze manier actie voeren en bijvoorbeeld niet in de medezeggenschapsraad zitten. Zo kunnen ze het bestuur direct aanspreken, toch? Nima heeft een jaar ervaring opgedaan in zijn faculteitsraad en vertelt dat hij het bestuursmodel niet prettig vindt. ‘Te hiërarchisch. Als student lijkt het alsof je veel te vertellen hebt, maar in de praktijk blijkt dat alle besluitvorming in achterkamertjes gebeurt. Bovendien praten ze tijdens die vergadering in een jargon die je als student niet direct begrijpt. Tegen de tijd dat je goed op de hoogte bent, is het collegejaar alweer om.’ Hij geeft toe dat hij bij KSU vooral ‘kritisch op de achtergrond blijft, ik ben nu eenmaal geen schreeuwer’.

Na de pauze worden de punten op een rij gezet. Er moet een vergadering komen voor de actiekrant. Maar dan is de vergadering eigenlijk al zo goed als voorbij. Freek, Erik en Poejesh pakken de jassen al om naar het krakersoverleg te gaan. ‘Wacht, laten we nu in ieder geval een datum voor de volgende vergadering prikken, want dan hebben we in ieder geval het gevoel dat we iets hebben gedaan’, vindt Alex.

Nima sluit de winkel af. Ik praat nog even met Kyra en vraag waar die gedrevenheid vandaan komt. ‘Ik maak me zorgen om de kwaliteit van het onderwijs. Bij KSU heb ik het idee dat ik er iets aan doe, in plaats van blijven zitten. Iedere student zich in de besluitvorming binnen het onderwijs verdiept, zal in actie komen. Nu zijn de meesten te slecht op de hoogte en realiseren zich bijvoorbeeld niet het effect dat de bezuinigingen daadwerkelijk op het onderwijs hebben.’ Ze geeft toe dat je, om te weten hoe het systeem werkt, je wel een beetje moet inlezen. ‘Toen ik bij KSU kwam, vond ik het lastig, al die termen. Gelukkig is er altijd wel iemand die je bijpraat en kun je alles vragen. Later ging het al een stuk beter. Nu zit ik er helemaal in.’

Ik begrijp haar idealen goed. Sterker nog, ik ben het roerend met haar eens en vraag me af waarom ik nooit met een spandoek op de barricade ben gaan staan. Na de bijeenkomst voel ik me lichtelijk passief. Waarom kom ik eigenlijk nooit echt in actie voor mijn idealen? Vraag ik mezelf verwijtend af.

Deze zoektocht naar ZINgeving heeft me aan het denken gezet. De Zin in Werk-training liet me zien dat je verantwoordelijk bent voor je eigen keuzes. De Studentenkerk leerde me hoe waardevol naar elkaar luisteren is, om met anderen even stil te staan bij de gebeurtenissen in de week. Bij de Kritische Studenten Utrecht besefte ik hoe belangrijk het is om maatschappelijk betrokken te zijn, om op de hoogte te zijn van wat er om je heen gebeurt. 
Hoewel de bijeenkomsten inhoudelijk niks met elkaar te maken hebben, zie ik wel overeenkomsten daar waar het draait om aandacht. Voor een onderwerp, voor elkaar. Je openstellen ook; pas als je iets van jezelf laat zien, krijg je wat terug. Het zoeken naar zingeving is persoonlijk en kan voor iedereen een andere invulling hebben. Dat is wel duidelijk.

Bovenal vind ik zingeving iets heel persoonlijks. Zelf

Verbeter de wereld, begin bij jezelf…