De gemiddelde stagevergoeding is gestegen, maar het bedrag is niet meegegroeid met de inflatie. Daardoor is de relatieve waarde juist gedaald. Wel krijgen steeds meer studenten een stagevergoeding.
Hoewel studenten de laatste jaren gemiddeld steeds meer stagevergoeding krijgen, merken ze daar niks van. Het bedrag is niet meegegroeid met de inflatie, zoals bij veel cao’s voor reguliere werknemers wel is gebeurd. Dat blijkt uit het vandaag verschenen onderzoek van het Centraal Planbureau, in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het CPB heeft stagevergoedingen van afgestudeerde studenten tussen 2015/2016 en 2022/2023 onderzocht.
Hoeveel de stagevergoedingen zijn gestegen, zegt het CPB niet. Volgens het AD was er een stijging van 3,7 procent in 2023. Van een zogenaamde ‘inflatiecorrectie’ was geen sprake. Medewerkers van het hbo kregen bijvoorbeeld zo’n 10 procent loonsverhoging vanwege de inflatiecorrectie.
Verschillen
Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe meer stagevergoeding. Ook de sector is van grote invloed. Zo krijgen hbo-studenten in de sector ‘techniek, industrie en bouwkunde’ het meeste betaald van alle hbo’ers: 347 euro per maand. De minste vergoeding krijgen hbo-studenten gezondheidszorg en welzijn (239 euro) en studenten die stage lopen in het onderwijs (241 euro).
Universitaire bachelor-studenten krijgen het meeste betaald in de sector ‘sociale wetenschappen, bedrijfskunde en rechten’, gemiddeld 367 euro. Mbo-studenten krijgen gemiddeld een stuk minder, maar dat kan er volgens het CPB ook aan liggen dat ze minder uren stagelopen. Het bedrag is niet omgerekend naar een bepaald aantal uur.
Vaker vergoeding
Het aantal studenten met stagevergoeding is gestegen van 56 procent in 2015/2016 naar 65 procent vorig jaar. In dat jaar kreeg 76 procent van de hbo-studenten stagevergoeding. Van de mbo-entreestudenten (niveau 1) ontvangt slechts 22 procent een geldbedrag, terwijl dat 66 procent is bij mbo-studenten niveau 4.
Op de universiteit lopen weinig studenten stage, daarom is er volgens het CPB geen percentage over hoeveel studenten stagevergoeding krijgen, maar volgens een eerder artikel van de NOS is het ongeveer twee derde van de studenten.
Wettelijke verplichting?
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) vindt het kwalijk dat niet elke student stagevergoeding krijgt. Voorzitter Mylou Miché: ‘Een hoop studenten krijgt nog steeds geen vergoeding en als ze er een krijgen, is deze te laag. Dit leidt ertoe dat stagelopen een financiële barrière is, terwijl het vaak een verplicht onderdeel is binnen je studie.’
Ook over de verschillen in vergoeding tussen opleidingsniveau en -richting is het ISO niet te spreken. ‘Elke student verdient een stagevergoeding. Welke opleiding je doet, hoeft niet uit te maken. Daarom pleiten wij voor een wettelijke verplichte vergoeding. Zodat elke student het recht heeft op een vergoeding. Het ontbreken van een uniforme aanpak leidt tot ongelijkheid en ontmoedigt studenten in bepaalde sectoren, waar vergoedingen vaak lager of zelfs afwezig zijn.’
Lees ook: Verplichte stagevergoeding was er bijna, maar toch afgewezen