Wel of niet in een vereniging? That’s the question, aan het begin van elk studiejaar. En omdat de kennismaking wat stroever verloopt in coronatijden geven we in deze nieuwe serie verenigingen de kans om zich voor te stellen. Vandaag: Studievereniging MOP, voor pabostudenten van Utrecht en Amersfoort. Bestuurslid Dominique voert het woord.
Waarom zouden studenten zich bij jullie studievereniging moeten aansluiten?
‘Misschien denk je: ik wil mijn punten halen en ik heb geen zin om gezellig te doen. Dat dacht ik ooit ook, maar nu zit ik al drie jaar bij MOP. Je studie is méér dan studeren. Bij ons kun je onderdeel zijn van een groep, verschillende jaarlagen leren kennen en andere inzichten opdoen. Kom een keertje kijken, misschien vind je het toch leuk.’
Wat organiseren jullie allemaal?
‘Elke maand een borrel op vrijdag en een spelletjesmiddag, elke twee weken een lezing, ter verdieping op ons studiemateriaal. Afgelopen jaar sprak een populaire docent bijvoorbeeld over emoties van kinderen, humor in de klas en gesprekken met ouders.’
Wat kost het om lid te zijn?
‘De contributie is 7,50 euro. Vorig jaar kregen we ook 500 euro van de opleiding voor het aanschaffen van bestuurstruien en promotiemateriaal. Voor het organiseren van activiteiten krijgen we geen geld, maar soms vragen we een kleine bijdrage aan deelnemers voor de activiteiten. Leden krijgen meestal korting of een gratis drankje.’
Wat is jullie best bewaarde geheim?
‘MOP werd zeven jaar geleden opgericht als “Mannen Op de Pabo”. We wilden de jongens bij elkaar brengen en behouden. Een jaar geleden kregen we een boete van de NOS omdat we een foto van hun hadden gebruikt. We waren niet verzekerd en besloten dat het tijd werd om officieel een vereniging te worden. Vrouwen buitensluiten werd toen wettelijk onhoudbaar en bovendien wilde niemand dat nog. Sinds januari betekent onze naam “Meer Op de Pabo”.’
Hoe zit het inmiddels met de mannen op de pabo?
‘In de klas is minstens de helft mannelijk en dat willen we graag zo houden. Bovendien moet het stigma weg dat mannen graag in de bovenbouw lesgeven en vrouwen aan kleuters. Dat is een kletsverhaal.’
Wat is jullie traditie?
‘Die hebben we niet, we zijn niet studentikoos. Amersfoort is wat kleinschaliger dan Utrecht, daar moet je van houden. We zitten in een klein gebouw in het rustige centrum. Het meest gezongen verenigingsnummer? Nee, sorry, ik moet je teleurstellen, dat hebben we niet.
Ik heb vorig jaar geprobeerd een eed te introduceren, voor nieuwe bestuursleden. Hij was drie kantjes, heel grappig, maar anderen konden het niet waarderen. Geen eed meer dus. De laatste middag van de toetsweek doen we spelletjes, dat is een soort traditie. Maar andere verenigingen zijn vast gekker dan wij.’
Favoriete kroeg?
‘De Drie Ringen, geloof ik.’
Favoriete andere verenigingen?
‘Educa en Muze, daar vieren we wel eens een feestje mee.’
Wat is jullie ultieme doel?
‘Dat studenten zich meer betrokken gaan voelen bij onze vereniging en bij de pabo . Dat ze graag met hun medestudenten in contact komen en daarvoor een stap durven zetten. Meer gemeenschap, dat is het ultieme doel.’