De HU lijkt minder populair onder jongeren om een studie te beginnen. Voor komend studiejaar zijn vooralsnog 15 procent minder vooraanmeldingen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Landelijk staat het aantal op een daling van negen procent. Mogelijk wachten scholieren tot de basisbeurs terug is.
Het is nog te vroeg om krachtige uitspraken te doen over het achterlopen van de animo bij aankomende studenten. De meesten die een voltijd bachelor willen doen, kunnen zich nog tot 1 mei aanmelden. Daarbij gaat het over de vooraanmeldingen en dat zijn nog geen definitieve inschrijvingen. Maar de cijfers geven wel een trend weer. In tegenstelling tot vorige jaren staan ook de deeltijdvarianten in de min (-4 procent).
Twee instituten geven een duidelijk positief beeld als het gaat om de vooraanmeldingen. Het Institute for International Business Studies staat (in de cijfers van 21 maart) op 28 procent meer geïnteresseerden. De Engelstalige opleiding is na de coronaperiode weer in trek bij de internationale studenten (hoewel de eveneens Engelstalige Creative Business op 15 procent in de min staat). Ook het Instituut voor Associate degree zet de zegetocht voort. Mede door de start van nieuwe tweejarige Ad’s telt het instituut 43 procent meer vooraanmeldingen.
Teruggang bij Verpleegkunde
De lijst met instituten die op dit moment in de min raken is beduidend langer. De grootste uitschieters zijn het Instituut voor Verpleegkundige Studies. Dat kijkt aan tegen een teruggang van 59 procent in vergelijking met vorig jaar. Voor een groot deel heeft dat te maken met het besluit om komend studiejaar geen eerstejaars aan te nemen bij de voltijdopleiding Medische Hulpverlening, vanwege het tekort aan stageplaatsen. Maar ook de voltijd-, deeltijd- en duale variant van Verpleegkunde staan flink in de min.
Ook de aantallen bij het Instituut voor Gebaren, Taal en Dovenstudies (IGT&D) en het Seminarium voor Orthopedagogiek (SvO) laten zware verliezen zien; respectievelijk 56 en 43 procent. Er was tijdelijk meer animo voor de opleiding door de populariteit van een oud-student die de corona-persconferenties van Rutte van gebarentaal voorzag. Maar dat Irma-effect bij IGT&D is nu wel uitgewerkt. Verder krijgen klappen: het Institute for Life Sciences and Chemistry (-33) en het Institute for Design and Engineering (-35).
Collegelid Tineke Zweed zei tijdens een vergadering met de Hogeschoolraad woensdag dat het voorbarig is om over de aantallen vooraanmeldingen conclusies te trekken. Een analyse van de Dienst Marketing & Communicatie is er nog niet. Daarbij organiseert de HU zaterdag 26 maart een open dag (online en fysiek) waardoor de cijfers kunnen aantrekken.
Veel vers bloed nodig
De Vereniging Hogescholen (VH) constateert ook een krimp in het aantal vooraanmeldingen bij hogescholen, schreef Trouw eerder deze week. ‘Dat is gezien de toch al grote tekorten aan gekwalificeerd personeel een slecht teken’, schrijft de krant. Het is zeker zorgwekkend voor mogelijk mindere instroom bij de lerarenopleidingen en verpleegkundige studies. Juist daar is gezien de tekorten in de samenleving veel vers bloed nodig. De HU-instituten Archimedes (tweedegraads lerarenopleidingen) en Theo Thijssen (pabo’s) laten een terugloop zien van respectievelijk -5 en –10 procent.
De VH meldde begin februari dat de daadwerkelijke instroom van studenten bij hogescholen in het huidige studiejaar weer terug was op het niveau van voor de coronacrisis. In de pandemie bleken veel meer studenten met een hbo-studie te beginnen dan daarvoor. Maar de VH ziet een andere beer op de weg bij de instroom van eerstejaars: het starten van de studiebeurs in 2023. Hierover moet snel duidelijkheid komen, vindt voorzitter Maurice Limmen.
‘Het risico bestaat dat scholieren hun studie een jaar uitstellen in afwachting van een aantrekkelijker vorm van studiefinanciering’, vreest Limmen. Zij zouden in afwachting van de komst van een meer gunstige studiefinanciering massaal een tussenjaar kunnen nemen. ‘Dat wil ik ze trouwens met klem ontraden, want de samenleving zit te springen om goed opgeleide mensen. In alle sectoren zien we grote krapte op de arbeidsmarkt, zeker ook in de zorg, het onderwijs en de techniek.’