Interview

Zo voer je een nuttig gesprek met een klimaatontkenner

Fotobewerking: Kees Rutten

‘Vulkanen stoten ook CO2 uit.’ ‘Er was altijd al klimaatverandering.’ ‘Stikstof is juist goed voor planten.’ Desinformatie over klimaatverandering: Mario Veen weet er alles van en strijdt ertegen. Hij is hoofddocent binnen het lectoraat Communicatie in Digitale Transitie en lid van Climate Obstruction NL.

Journalisten, wetenschappers en veiligheidsprofessionals krijgen steeds meer mee te maken met nepnieuws over het klimaat. Mario Veen ontwierp een tool om professionals weerbaarder te maken tegen deze onwaarheden: ‘Zelfs een aantal van mijn collega’s aan de HU werd benaderd door organisaties die desinformatie verspreiden.’

Het klimaat verandert helemaal niet, of niet meer dan anders!

Waarom deed je onderzoek naar klimaatdesinformatie?
‘Als filosoof was ik altijd al geïnteresseerd in de vraag waarom mensen geloven in complottheorieën. Zo voerde ik gesprekken met flat earthers en klimaatontkenners. Een van de oorzaken waardoor mensen in bizarre theorieën geloven is verkeerde informatie. Vervolgens zeggen mensen: “Het valt wel mee” of “Zo veel invloed heeft CO2-uitstoot niet.” Dat is ernstig, want klimaatdesinformatie zit de energietransitie in de weg.

Het gaat zelfs zo ver dat een aantal van mijn collega’s aan de HU werd benaderd door organisaties die desinformatie verspreiden. Een daarvan is Clintel, die banden heeft met Forum voor Democratie. In eerste instantie lijkt het heel onschuldig: je krijgt een e-mail met de vraag of je een keer op de koffie komt en wil luisteren naar de andere kant van het verhaal. Een keer kregen ze een uitnodiging om samen met hun studenten een complotfilm over klimaat bij te wonen. Ik zal niet zeggen hoe die heet, dat genereert alleen maar populariteit.

Dit bracht me op het idee de kennis die we het afgelopen jaar opdeden binnen het lectoraat te delen binnen de HU, zodat ook medewerkers en studenten zich weerbaarder kunnen opstellen tegen klimaatdesinformatie. Wat moet je bijvoorbeeld zeggen als iemand beweert dat klimaatverandering niet door de mens veroorzaakt wordt?’

Wat heb je precies gedaan?
‘Ik analyseerde berichten op sociale media met desinformatie. Ik begon op Twitter, maar daar ben ik al gauw vanaf gestapt. Er was geen beginnen aan. Ik kwam erachter dat zich op LinkedIn ook veel desinformatie bevindt. Dat vond ik bijzonder, want daar sta je gewoon met naam en toenaam bij.

Ik ben ook gaan praten met klimaatontkenners. Ze beginnen bijna allemaal op dezelfde manier, namelijk dat ze een kritische denker zijn en mij komen vertellen hoe de wetenschap werkt. Ik kan die gesprekken bijna dromen. Er is al ontzettend veel onderzoek gedaan naar het voeren van constructieve gesprekken. Zo moet je altijd beleefd blijven, ook al weet je dat iemand complete onzin uitkraamt. Wees ook geïnteresseerd: “Ik heb gekeken naar jouw argumenten, maar zou je ook eens hiernaar willen kijken?” Hun doel is dat jij zo gefrustreerd raakt, dat je afhaakt. Dat moet je proberen te voorkomen.’

Wat kwam er uit je onderzoek?
‘Er zijn grofweg vijftien patronen waaraan je berichten met klimaatdesinformatie kan herkennen. Eentje daarvan is dat ze niet zwart-wit zijn. Je zult niet vaak zien: Klimaatverandering bestaat niet! Vaak schrijven ze: Het klimaat verandert, maar dat is niet zo erg. Of: Het verandert, maar dat kunnen we simpel oplossen door een aantal kernreactoren neer te zetten. Soms zeggen ze het tegenovergestelde: Het verandert, maar we zijn al te laat en kunnen er niets meer aan doen! Dat is subtiel, maar wel desinformatie.

Wat je ook vaak ziet, is dat klimaatdesinformatie gepaard gaat met complottheorieën. Iemand die gelooft dat de overheid door middel van vaccinaties chips wil implanteren, zal ook sneller onwaarheden over het klimaat verspreiden. Ze zeggen dat instanties als het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) corrupt zijn en kritische klimaatexperts niet gehoord worden.

Daarbij hanteren ze een methode die ze hebben afgekeken bij de tabaksindustrie: ze organiseren een debat en nodigen daarbij ‘kritische’ expert uit. Hiermee suggereren ze dat er voor beide wat te zeggen valt. Of ze benoemen alleen de nadelen van klimaatbeleid, bijvoorbeeld dat het te duur is. Dit zijn allemaal signalen die duiden op desinformatie.’

Welke tips wil je meegeven?
‘Ten eerste moeten we informatie verspreiden over het klimaat die wél klopt. Mensen geloven iets eerder als ze het vaak voorbij zien komen. Het is net als marketing: blootstelling is key. Daarbij moet mensen altijd serieus nemen. Zo heb ik bijvoorbeeld een post geplaats op LinkedIn waarin ik schreef: Als je niet gelooft dat klimaatverandering een probleem is, wat is dan je bewijs? Wat voor wetenschappelijke bronnen heb je gebruikt? Ga daarnaast het gesprek aan met je collega’s. Dat probeer ik zelf ook door middel van gastcolleges.

Wat je vooral niet moet doen, is berichten met klimaatdesinformatie verspreiden. Dat lijkt misschien een open deur, maar vaak herken je ze niet gelijk. De organisaties die hierachter zitten zijn getraind om zo veel mogelijk mensen te overtuigen. Kijkt dus goed, bijvoorbeeld aan de hand van die vijftien patronen, of je te maken hebt met onwaarheden. Wees voorzichten met het plaatsen van een reactie, ook als het kritisch is. Alle input, positief of negatief, voedt het algoritme.’

Hoe overtuig je een klimaatontkenner?
‘Dat is ontzettend lastig. Zodra mensen in een fabeltjesfuik terecht zijn gekomen, komen ze er moeilijk weer uit. Je eerste reactie is dan gelijk: ik moet diegene overtuigen en overladen met tegenargumenten. Maar als iets niet werkt, is het in discussie gaan met iemand die zeker is van zijn zaak, vooral op sociale media.

Met behulp van deze vijftien drogredenen van Mario Veen herken je klimaatdesinformatie:

  1. ‘Het klimaat verandert niet, of niet meer dan anders.’
  2. Klimaatverandering wordt niet (helemaal) door de mens veroorzaakt. CO2 is juist goed voor plantjes.’
  3. Wetenschappers twijfelen zelf over CO2-uitstoot als hoofdoorzaak van klimaatverandering.’
  4. ‘Er is wel klimaatverandering maar geen klimaatcrisis. We kunnen ons nog makkelijk aanpassen.’
  5. Het is te laat. We kunnen niets meer tegen klimaatverandering doen.
  6. ‘In de middeleeuwen was het veel warmer.’ (en andere cherry picking)
  7. Complotdenken: ‘Kritische wetenschappers worden gecensureerd. IPCC NASA en KNMI zijn corrupt.
  8. Klimaatverandering is een hoax.’
  9. ‘Als China niets doet, heeft het geen zin.’
  10. Nepexperts opvoeren, echte experts denigreren: ‘Het IPCC, NASA en KNMI zijn corrupt en deze Nobelprijswinnaar zegt dat er geen klimaatverandering is.’
  11. Onrealistische verwachtingen van wetenschap: ‘Consensus is niet hoe wetenschap werkt. Klimaatmodellen bevatten onzekerheden.’
  12. Verantwoordelijkheid afschuiven: anderen moeten eerst handelen. ‘Nederland is een klein land dus wij hoeven niets te doen. De overheid/het bedrijfsleven/consumenten moeten dit regelen.
  13. Nadelen benadrukken: ‘Als we fossiele brandstoffen afbouwen stort de samenleving in. De kosten van klimaatbeleid wegen niet op tegen de voordelen.’
  14. Niet-transformatieve maatregelen promoten (greenwashing): ‘We hoeven niet ingrijpend te veranderen. Met bomen planten, airconditioning en kerncentrales komen we er ook.’
  15. Moodsplaining: de ander uitleggen hoe hij zich wel of niet moet voelen ‘Wees niet zo negatief. Op een warme dag moet je gewoon blij zijn.

Veen: ‘Wat we wel kunnen doen, is voorkomen dat die twijfelende groep aan desinformatie wordt blootgesteld. Het werkt als een vaccinatie. Door kleine stukjes betrouwbare informatie te verspreiden en tips te delen hoe je desinformatie kan herkennen, bouwen ze weerbaarheid op. Laat de HU hier een uurtje onderwijs aan besteden. Niet alleen voor studenten, maar ook voor medewerkers die net zo vatbaar zijn. Hiermee kunnen we voorkomen dat mensen überhaupt in een fabeltjesfuik terecht komen. We moeten redden wat er te redden valt.’