De HU deed afgelopen twee maanden samen met het UMC Utrecht en MBO Amersfoort mee aan een belangrijke pilot voor sneltesten. Eén van de voorzichtige conclusies: ‘Er bestaat schroom om te testen. Maar als mensen in hun omgeving zien dat anderen wel testen, doen ze sneller mee.’ De precieze test-bereidheid van studenten en medewerkers viel door de lage opkomst niet vast te stellen. Toch is er veel geleerd, met het oog op de opening van het nieuwe schooljaar in september.
Onderdeel van de pilot was een hackathon: een week lang namen vijftien studenten van meerdere opleidingen interviews af over hoe andere studenten de coronaperiode ervoeren. Daarnaast probeerde deze groep een mondspoeltest uit.
Ai: eén van hen was positief, zo bleek uit de uitslag. Het zorgde voor onrust binnen de groep, want het was onduidelijk wat ze in deze situatie moesten doen.
Wie was er met deze persoon in aanraking geweest? Moest iedereen in quarantaine? En hoe moest iemand na een positieve test naar huis? Op de fiets? Met het openbaar vervoer? Een taxi wellicht? ‘Het was een vervelend voorval, maar het voordeel is dat we er veel van hebben geleerd. Bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om een strak protocol te hebben waarin staat wat je in zo’n situatie moet doen’, zegt projectleider Marnix van den Berg.
In acht regio’s in Nederland vonden van 1 maart tot 1 mei pilots voor sneltesten plaats. Het ministerie van Onderwijs wilde daarmee laten onderzoeken hoe zelftesten kunnen meewerken aan de opening van het onderwijs in september komend studiejaar. De HU deed mee in de proef van regio Utrecht, samen met het UMC Utrecht en MBO Amersfoort. Teststraten waren ingericht in de HU Amersfoort en aan de HU op het Utrecht Science Park.
Maximum groepsgrootte
‘Sneltesten moet je niet als alleenstaand fenomeen bekijken. Het heeft een integrale benadering nodig. Dat is een belangrijke conclusie van de pilot’, stelt Patrick Cramers, voorzitter van de stuurgroep van de pilot en directeur van het Instituut voor Life Science. Ook al zijn sneltesten makkelijk in het gebruik: duidelijk is dat niet iedereen ze gaat gebruiken. Dus om straks weer veilig naar school te kunnen, zijn de sneltesten vooral mogelijk in combinatie met andere maatregelen, zoals een maximale groepsgrootte en gebruik van mondkapjes. Ook is aandacht nodig voor het gedrag van groepen.
‘Als je mensen via de post uitnodigt om een test te komen doen, dan is de opkomst laag’
Dat groepsgedrag was voor Van den Berg een belangrijke uitkomst van de pilot. ‘Er bestaat schroom om te testen maar als mensen in hun omgeving zien dat anderen wel testen, doen ze sneller mee. En als iemand een keer een test heeft gedaan, is hij of zij bereid dit vaker te doen. De motivatie bij studenten ligt vooral in de sociale sfeer: dat ze weer het café in mogen en activiteiten kunnen ondernemen met vrienden. Maar ze vinden het ook prettig dat ze weer fysiek onderwijs krijgen.’
De pilot begon met het testen van een nieuw ontwikkelde ademtest SpiroNose van het bedrijf Breathomix. Hier blaast de tester adem uit in een buisje, waarna bijna onmiddellijk duidelijk is of hij besmet is. Snel en redelijk betrouwbaar. Een ideale test dus, maar de proef is stopgezet. De eisen om de test te kunnen gebruiken, veranderde tijdens de pilot. ‘Daardoor waren we genoodzaakt om op het laatste moment een externe partij in te huren voor training en dat werd te kostbaar’, vertelt Van den Berg.
Naar een laboratorium
Verder gebruikte de pilot een sneltest van de farmaciegigant Roche, dezelfde soort die studenten en medewerkers van hogescholen en universiteiten nu gratis bij Zelftestonderwijs.nl kunnen bestellen. Met een kort wattenstaafje neem je wat snot voorin de neus af waarna in een kwartier het resultaat bekend is. Deze is wat minder betrouwbaar. Ook de mondspoelingtest van Fenix probeerden ze uit. Je neemt bij deze test wat vloeistof uit een buisje in de mond, spuugt het uit in een ander buisje en dan gaat het naar een laboratorium. Na zo’n zes uur is bekend of je besmet bent of niet. Zeer betrouwbaar, maar de uitslag duurt enige tijd.
Bijna tweeduizend studenten en medewerkers kregen een uitnodiging om de zelftest van Roche op een van de twee HU-locaties af te nemen. Daarnaast verstuurden ze de test nog eens naar zo’n 2300 studenten en medewerkers. In totaal voerde 9,4 procent de test daadwerkelijk uit. Dat is lager dan verwacht en te weinig om conclusies te verbinden over bijvoorbeeld de precieze testbereidheid.
Desondanks leert de pilot een en ander over de sociale en logistieke aspecten van testen. Van den Berg: ‘Als je mensen via de post uitnodigt voor een test, is de opkomst laag. Maar als je mensen in een groep bij elkaar zet, dan neemt de testbereidheid toe. Van de pilot bij Fontys leren we dat de logistiek rondom het testen belangrijk is. Bij de test met mondspoeling is de bereidheid vrij hoog omdat er een duidelijke planning is die via een goed werkende app verloopt.’
Meer doen aan communicatie
‘Dat is het mooie aan acht pilots verspreid over het hele land’, zegt Patrick Cramers. ‘Bij Avans gebruikten ze een sneltest die mensen thuis moesten afnemen. De test zelf kreeg waardering, maar er waren maar weinig mensen die de test ook daadwerkelijk deden. Slechts zo’n dertig procent. Dan gaat het over gedrag van de mensen en niet over de test zelf. Dus dan weet je dat je veel meer moet doen aan de communicatie. Dat zijn waardevolle zaken die we van deze pilots leren.’
‘Ik denk dat we er niet aan ontkomen om een combinatie van testen te gebruiken’
Welke tests zijn nu het beste om bij de opening van het nieuwe studiejaar in te zetten? Dat is volgens Cramers afhankelijk van de situatie op dat moment. Belangrijke vraag: Hoe staat het dan met het aantal vaccinaties? ‘We weten dat in september bepaalde groepen niet gevaccineerd zijn. De 17-jarigen zijn niet verplicht een inenting te halen en die lopen ook in de hogeschool rond. Een groep docenten en studenten laat zich om principiële redenen niet inenten. De tweede beschermlaag is dan het testen.’
‘Het gaat niet alleen om het testen zelf’, waarschuwt Van den Berg. Het gaat ook om de maatregelen van 1,5-meter afstand houden en een mondkapje dragen. ‘Het coronavirus is grillig en het vaccineren gaat met horten en stoten. De basisregels die we relatief makkelijk kunnen naleven blijven belangrijk.’ En hoewel een verplicht testbewijs niet voor de hand ligt, vinden veel studenten (80 procent) het prima als anderen ze vragen of ze een test hebben gedaan. Dat blijkt uit enquêtes die ze hebben afgenomen.
Sneltesten zijn niet erg betrouwbaar
Van den Berg: ‘Ik denk dat we er niet aan ontkomen om een combinatie van testen te gebruiken. Elke keer dat iemand naar de HU gaat, moet hij of zij thuis een zelftest doen. Die is 24 uur geldig. Maar deze sneltesten zijn niet erg betrouwbaar. Daarom zouden studenten in leerteams, die enkele keren per week bij elkaar komen, tests met mondspoeling kunnen doen. Die zijn behoorlijk betrouwbaar en zijn 72 uur geldig. We kunnen ze ook opschalen als het nodig is naar een hele opleiding of zelfs naar het Utrecht Science Park. Maar op dit moment ziet het er niet naar uit dat dit nodig is.’
Cramers: ‘Je wil de verantwoordelijkheid voor het testen zoveel mogelijk bij de mensen zelf leggen. Maar als hogeschool moet je extra checks inbouwen zodat je zeker weet dat studenten en medewerkers veilig naar de HU kunnen komen. Daarom roepen we op om die zelftesten thuis te doen zodat we die andere vormen van testen kunnen beperken.’ Het onderzoek naar welke combinatie van testen straks het best ingezet kan worden, loopt voorlopig door.
Het ministerie gaat bij de opening van het komend studiejaar uit van het ‘basisscenario’. Hogescholen en universiteiten kunnen in dat scenario weer geheel open zonder anderhalve meter afstand, maar met een maximale groepsgrootte van 75 personen, een mondkapjesplicht en een vrijwillige zelftest.
‘Het ministerie heeft 40 miljoen sneltesten besteld. Er is dus een behoorlijke voorraad. Ik ga ervan uit dat die in september nog beschikbaar zijn’, zegt Cramers.
De student die tijdens de hackathon positief werd getest, liet een tweede test doen bij de GGD. Hij bleek toch niet besmet met het virus. Er was kennelijk iets mis gegaan met de mondspoeltest en hij kon weer veilig meedoen met de groep.
Ook interessant: ‘Ik zou kiezen voor kleinere klassen’