De animo om aan de HU te gaan studeren lijkt dit jaar groter dan vorig jaar. Tot de laatste week in augustus meldden zich in totaal 2,4 procent meer eerstejaars aan dan vorig jaar. Terwijl landelijk een flinke daling in de vooraanmeldingen te zien is. De bachelors bij de HU dalen licht, maar dat wordt goed gecompenseerd door een stijging van de associate degrees en masters.
Dat valt op te maken uit de vooraanmeldingen van studenten rond 23 augustus dit jaar in vergelijking met dezelfde periode in 2020. Het gaat niet om definitieve inschrijvingen; die worden na 1 oktober bekend. De vooraanmeldingen geven wel een trend weer.
Voor de HU meldden zich dit jaar ruim 12.600 eerstejaars tegenover ruim 12.300 in het vorige jaar. Dat is een kleine 2,4 procent meer, terwijl de landelijke vooraanmeldingen een teruggang van zo’n 10 procent vertonen.
Associate degrees zijn bezig met een opmars
Aangetekend moet worden dat het hier gaat om aanmeldingen van opleidingen die de HU aanbiedt. De aantallen van de kunstacademies zijn in deze cijfers niet meegerekend omdat de HU deze opleidingen niet heeft. De totale vooraanmeldingen van de hogescholen wijken hierdoor iets af van bovenstaande berekeningen.
Uitgesplitst naar de soorten opleidingen blijkt dat de bachelors aan de HU (voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen) met 2 procent zakken (dat zijn zo’n 170 studenten). De associate degrees (tweejarige opleidingen) zijn bezig met een opmars door een stijging van 43 procent (bijna 170 studenten), terwijl de masters klimmen met 24 procent (bijna 300 studenten).
‘Irma-effect’ bij IGT&D lijkt uitgewerkt
Met de focus op de varianten van de opleidingen is te zien dat de voltijd 2 procent mindert ten opzichte van vorig jaar (dat zijn ruim 200 studenten). Daar tegenover staat de forse groei van de deeltijd met 17 procent (zo’n 450 studenten) en van de duale opleidingen met 18 procent (60 studenten).
Richten we onze schijnwerpers op de instituten van de HU dan levert dat het volgende beeld op van grote stijgers en dalers (screenshot met cijfers van alle instituten onder dit artikel). Het ‘Irma-effect’ van het Instituut voor Gebaren, Taal en Dovenstudies lijkt uitgewerkt: IGT&D keldert naar 26 procent in de min. Bij de instituten voor Recht en Theo Thijssen (pabo’s) is dat 10 procent. De instituten voor Media en Life Science and Chemistry zakken respectievelijk 7 en 8 procent.
Seminarium voor Orthopedagogiek groeit
Goed nieuws is er voor het Seminarium voor Orthopedagogiek. De opleiding voor docenten in het speciaal onderwijs heeft te maken met de naweeën van een reorganisatie en zit middenin een geplande fusie met het Instituut Theo Thijssen. De vooraanmeldingen staan op een groei van dik honderd procent (een verdubbeling dus van het aantal eerstejaars).
De opmars van het Instituut voor Associate Degrees met 45 procent komt onder meer door de start van nieuwe opleidingen (nadat jaren geleden deze opleidingsvarianten werden gesloten). De instituten voor Verpleegkundige Studies en Communicatie mogen waarschijnlijk fors meer eerstejaars verwelkomen: respectievelijk 16 en 8 procent.
Ook interessant: Onderwijs aan de HU weer volop van start – zonder 1.5-meterregel, wel soms verplicht mondkapje op