Het afschaffen van het bindend studieadvies (BSA) leidt niet per definitie tot meer langstudeerders. En: langstudeerders zorgen niet voor meer kosten voor de hogeschool. Het college van bestuur wil in een notitie enkele vooroordelen over het soepele ‘dringend studieadvies’ ontkrachten. ‘Het financiële plaatje en de angst voor langstudeerders mogen geen belemmering vormen voor het loslaten van het bindend studieadvies.’
Het soepele Dringend StudieAdvies (DSA) is ‘meer passend’ bij de onderwijsvisie van de HU. Dat is – vrij vertaald – de boodschap die het college van bestuur afgeeft in een notitie en aanvullende ‘beleidsreactie’ over dit onderwerp. De HU spant zich immers in om flexibel onderwijs van de grond te krijgen en studenten zoveel mogelijk de regie over de studie te geven. Een streng regime met het bindend studieadvies (BSA) past daar niet goed in.
Maar een groot deel van de instituutsdirecteuren en opleidingsmanagers houdt stevig vast aan dat BSA omdat ze vrezen voor een toename van het aantal langstudeerders. Dat kost de instituten en dus de hogeschool veel geld, zo is de heersende opvatting. Het college maakt met deze notitie gehakt van deze redenering door de gehanteerde argumenten te fileren.
Eerst wat achtergrondinformatie. In studiejaar 2018-2019 konden instituutsdirecteuren voortaan kiezen tussen het BSA (waarbij studenten met een negatief advies de studie na een jaar moeten staken) of de soepele variant. Bij dit DSA mogen studenten een negatief advies naast zich neerleggen en de studie vervolgen. Wel komt er meer nadruk op de studiebegeleiding.
Gemotiveerde studenten
In eerste instantie startten zes flexibele deeltijdopleidingen met zo’n soepeler advies. Inmiddels lijkt het zich als een olievlek uit te breiden. Zo’n 26 opleidingen of varianten doen eraan mee. Het DSA werd in deze twee jaar ook omarmd bij een aantal reguliere deeltijdvarianten, associate degrees, een duale studie en enkele voltijdopleidingen. Bij die laatste horen Huidtherapie, Communicatie en sommige tweedegraads lerarenopleidingen.
Uit de cijfers over de rendementen van de afzonderlijke opleidingen vallen geen definitieve conclusies te trekken. Wel is duidelijk dat zaken als intensieve begeleiding, een goede intake, gemotiveerde studenten en het voeren van regelmatige voortgangsgesprekken van belang zijn. Ook valt het soepel studieadvies in goede aarde bij relatief klein opleidingen of studies met een numerus fixus.
Gemiddeld krijgt een kwart tot 30 procent van de studenten jaarlijks een negatief BSA aan de broek
Een belangrijk argument om te kiezen voor een soepel studieadvies is dat het past bij de onderwijsvisie, zo bleekt uit een rondgang. Studenten volgen dan flexibel onderwijs (eigen tempo, persoonlijke leerroute) en een bindend studieadvies zou studenten te veel beperken. Aan de andere kant is een zwaarwegende reden om vast te houden aan het BSA de vrees voor langstudeerders. Die kosten de hogeschool en opleiding veel geld. ‘Koudwatervrees’ noemt het college dat in de notitie.
Opgeschort bindend studieadvies
Het loslaten van een BSA leidt niet per definitie tot meer langstudeerders, stelt het college. Althans: daar is geen zekerheid over. ‘Dit weten we gewoonweg nog niet.’ Het monitoren van de groep eerstejaars die vorig jaar vanwege corona te maken kregen met een opgeschort bindend studieadvies, kan hier meer helderheid in brengen.
Verder becijfert het college dat gemiddeld een kwart tot 30 procent van de studenten jaarlijks een negatief BSA aan de broek krijgt. Zij stoppen bij de HU en studeren veelal door bij andere hogescholen met dezelfde of vergelijkbare studie. Een meerderheid hiervan behaalt vervolgens een diploma. ‘Hierdoor verliest de HU inkomsten en leidt de investering in de student in het eerste jaar uiteindelijk tot niets voor onze instelling’, is de conclusie.
Daarbij voorkomt een BSA niet dat studenten langer over de studie doen. Van het totaal aantal studenten aan de HU (bachelor en master) zit 80 procent in het eerste tot en met vierde jaar van de studie (dat heet: nominaal). Daarbovenop is 9 procent bezig met een extra studiejaar (nominaal + 1), terwijl 11 procent nog meer tijd nodig heeft en geldt als langstudeerder. ‘Dit betekent dat 20 procent van de studenten die ooit een positief BSA hebben ontvangen, toch langer over de studie doet—het BSA heeft dit niet voorkomen’, luidt de conclusie.
Nauwelijks colleges volgen
‘De bekostiging vormt echter geen belemmering om het BSA los te laten; een opleiding/instituut verliest geen geld op langstudeerders’, luidt een volgend argument van het college.
Dat zit zo. De HU krijgt doorgaans jaarlijks bijna 6000 euro per student in de eerste vier jaren van de studie. Eenzelfde bedrag krijgt de hogeschool uitgekeerd als de student afstudeert. Daar bovenop betalen studenten elk jaar een dikke 2000 euro collegegeld; ook langstudeerders.
Tot maximaal 16 uur begeleiding per jaar zijn langstudeerders kostendekkend met het betalen van collegegeld
De vraag is of langstudeerders inderdaad veel geld kosten voor het instituut of hogeschool, zoals vaak wordt aangenomen. Dat hangt af van de mate waarin zij gebruik maken van het onderwijs. De ervaring leert dat zij nauwelijks colleges volgen en weinig begeleiding krijgen. Tot maximaal 16 uur onderwijs per jaar zijn zij kostendekkend met het betalen van collegegeld, zo blijkt uit eerdere berekeningen. Daar bovenop ontvangt de hogeschool bijna 6000 euro als de student toch nog een keer afstudeert.
Naast de financiële onderbouwing en de constatering dat het BSA niet in lijn is met de onderwijsvisie, geeft het college nog een reden tot opheffing ervan. Het is namelijk misschien wel ‘te rigoureus’ voor de emancipatoire functie van de hogeschool. Studenten met een migratieachtergrond en ‘laatbloeiers’ krijgen met een soepeler studieadvies meer kansen om de opleiding af te ronden. ‘Dit is consistent met onze doelen met betrekking tot inclusiviteit en studentsucces’, schrijft het college.
Aanzuigende werking
Het college meldt erbij dat het niet alle elementen rondom het stopzetten van het BSA in de notitie behandelt. Zo stromen er met een soepel studieadvies naar verwachting meer studenten door na de propedeuse. En als alleen de HU een soepel DSA hanteert en andere hogescholen blijven vasthouden aan een BSA, dan kan dat een aanzuigende werking hebben voor studenten. Bovendien drukt een groot aantal langstudeerders op de rendementscijfers. Die komen dan weer tot uiting in bijvoorbeeld de Keuzegids Hoger Onderwijs.
‘Het financiële plaatje en de angst voor langstudeerders mogen echter geen belemmering vormen voor het loslaten van het bindend studieadvies’, is de conclusie van het college. ‘Als de HU hiervoor kiest, kan er wellicht ook een discussie plaatsvinden over de aanzienlijke uitval waarmee sommige opleidingen te maken hebben en het aandeel langstudeerders dat wij als organisatie in de komende jaren acceptabel vinden.’
Het pleidooi van het college komt in een periode waarin het BSA zwaar onder druk staat. Onderwijsminister Van Engelshoven wilde enkele jaren geleden paal en perk stellen aan het bindend studieadvies. Door de corona-uitbraak is het BSA al twee keer op een rij opgeschort en de Tweede Kamer stemde in oktober vorig jaar voor afschaffing ervan. Zuyd Hogeschool is voor zover bekend de enige die de daad bij het woord voegt en komend studiejaar stopt met het BSA.
Ook interessant: Weten studenten al op wie ze gaan stemmen?